Meerdere menselijke skeletresten werden aangetroffen bij nutsleiding werken ten oosten van het Antwerpse maagdenhuis en aan de westelijke rand van de Botanische tuin van Antwerpen.
Het sporenbestand van de site bestaat voor het grootste deel uit individuele graven en collectieve begravingen in vierkante kuilen. De individuele graven bevinden zich voornamelijk op de hogere archeologische niveaus. Vanaf vlak V3 komen voornamelijk meervoudige begravingen voor. In de sleuf werd ook nog een knekelkuil aangesneden. Op het veld werden in totaal 24 graven en 19 kuilen geregistreerd. Hierbij werden 65 individuen gerecupereerd voor verder onderzoek. Het gaat zowel om kistbegravingen als in beperkte mate om begravingen in lijkwaden. De veldobservaties wijzen op een gelijke geslachtsverdeling tussen mannen en vrouwen en de aanwezigheid van tenminste 5 niet-volwassenen. De begravingen zijn uitzonderlijk om twee hoofdredenen: de locatie binnen ogenschijnlijk niet-gewijde grond enerzijds en het feit dat het over meervoudige graven gaat.
Een juiste datering van dit “kerkhof” of waar het toe behoorde is nog niet gekend.
De losse botfragmenten worden herbegraven op een kerkhof te Antwerpen.