Er werd(en) geen prehistorische vindplaats(en) aangetroffen tijdens het verkennend booronderzoek. Dit blijkt uit de analyse van het zeefresidu, waar geen steentijdindicatoren aangetroffen werden die duiden op de potentiële aanwezigheid van een steentijdartefactensite. Er werden m.a.w. noch lithische artefacten noch ecofacten aangetroffen. Evenmin werd een concentratie aan houtskool en/of botresten vastgesteld.
Er werden tijdens het proefsleuvenonderzoek op meerdere locaties archeologische sporen aangetroffen die, op basis van het vondstmateriaal, wijzen op occupatie in de inheems-Romeinse periode en volle- en late middeleeuwen. Het betreffen steeds sporenclusters in de vorm van greppels, kuilen, paalkuilen en in twee gevallen een mogelijke waterput waardoor er sprake kan zijn van duidelijke (woon)-erven binnen het onderzoeksgebied. Verder kwamen er ook sporen aan het licht in de vorm van loopgraafsegmenten en afvalkuilen die wijzen op de aanwezigheid van Belgische en Britse militaire aanwezigheid tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast werden ook nog duidelijke sporen aangetroffen van systematische veenontginning die op basis van de gekende historische bronnen kunnen gedateerd worden in de loop van de 12de tot begin 13de eeuw.