is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 7927
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek werden in géén enkel bodemstaal steentijdindicatoren, noch lithische artefacten noch ecofacten, aangetroffen. De zeefresidu’s bestaan hoofdzakelijk uit grindfracties van zandsteen en porfier. In twee boringen werd silex aangetroffen. Er werden géén sporen van bewerking waargenomen op de silexfragmenten. Deze kunnen beschouwd worden als natuurlijke afbraakproducten (vorstverwering) en/of afbraakproducten ten gevolge van grondbewerking met zware landbouwmachines. Op basis van deze onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van steentijdartefactensites in het studiegebied.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden twee sporen aangeduid. Het gaat om greppels met een noord-zuid oriëntatie. Een van de greppels werd gecoupeerd waarbij bleek dat het om een natuurlijke watergeul ging. Gezien de gelijkaardige oriëntatie en vulling is de kans groot dat ook het andere spoor natuurlijk is. Er werden twee losse vondsten aangetroffen. Het gaat om brokstukken van granaten die waarschijnlijk gedateerd kunnen worden in WO I.
In alle werkputten werden ploegsporen vastgesteld. Deze bevestigen het gebruik van het terrein als akkerland vanaf de 18de eeuw tot op heden. In één van de werkputten werden ook twee grotere verstoringen vastgesteld met scherpe aflijning en rechte randen. Het gaat vermoedelijk om recente afvalputten of recente kuilen bij de aanleg van nutsvoorzieningen langs de straatzijde. Op basis van historische kaarten vanaf de 18de eeuw is gekend dat het terrein onbebouwd is gebleven. Het stratenpatroon verliep op de Ferrariskaart (1771-1778) reeds vrij gelijkaardig aan het huidige stratenpatroon. De zuidzijde van het onderzoeksgebied is op de Ferrariskaart aangeduid als akkerland, wat ook vandaag nog het geval is.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV