De positie van het onderzoeksgebied (lage positie op het alluviale bekken van de Leie) en de bevindingen van de Quartairgeologische kaart maken de zone enkel gunstig voor tijdelijk nederzettingen op de alluviale vlakte van de Leie. De in situ bewaring van dergelijke sites binnen de alluviale vlakte van de Leie kan als laag gezien worden. Dit gepaard gaande met de tijdens het landschappelijk booronderzoek vastgestelde slechte tot matige preservatie van de bodemarchief kan het steentijdpotentieel van het onderzoeksgebied als laag beschouwd worden.
Het proefsleuvenonderzoek bracht geen archeologische sporen of vondsten aan het licht. Wel kon worden aangetoond dat de ondergrond de afgelopen decennia sterk werd gemanipuleerd. Zo raakte het terrein sterk verstoord door het bouwrijp maken, de bouw en latere sloop van verschillende gebouwen binnen het plangebied.