waarneming

Watertoren

archeologisch element
ID
983580
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983580

Beschrijving

Op historische kaarten is te zien dat de vondstlocatie gesitueerd is op een gedempte vestingsgracht. Deze vesten maken deel uit van het verdedigingsstelsel ten zuiden van Oostende dat in het begin van de 19de eeuw werd aangelegd door de Napoleontische troepen
en onder Nederlands bewind (1815-1830) verder werd uitgebouwd tot de zgn. Wellingtonbarrière.
De Franse/Hollandse vestingen zijn nog duidelijk te zien op de topografische kaart uit 1860. Kort nadien werden de vesten gesloopt en de wallen gedempt: op de kaart uit 1883 zijn ze quasi volledig verdwenen – de waterpartijen in het Maria Hendrikapark zijn relicten die in een parkaanleg geïntegreerd werden.
Vrij kort na het dempen van de wallen, rond 1900, werd ook de watertoren opgericht. Voor de bouw hiervan werd een grote kuip gegraven, waarin de toren werd gebouwd. Er zijn geen historische gegevens die wijzen op de aanwezigheid van een kerkhof of parochiekerk, evenmin zijn er gegevens over eventuele gevechten of veldslagen die een slachtoffers van gewelddaden zou kunnen verklaren. De situering op de locatie van de gedempte walgracht maakt dat de deponering van de vondst niet ouder kan zijn dan de late 19de eeuw.

De vondst die de directe aanleiding voor de melding vormde was een menselijke schedel, in de oostelijke werkput aangetroffen. De schedel kwam aan het licht bij machinale graafwerken; de ligging aan de voet van de putwand doet veronderstellen dat de schedel ergens uit het wandprofiel gevallen of gerold is.
Het putwandprofiel werd grondig gescreend, maar de exacte locatie kon niet achterhaald worden (geen negatiefafdruk of geen geassocieerde beenderen die nog in het profiel achtergebleven waren). Direct naast de schedel werden een tweetal andere grote botfragmenten aangetroffen. Ook deze zijn uit het putwandprofiel gevallen bij de graafwerken.
Onderzoek van het putwandprofiel leverde meerdere andere kleine botfragmenten op, schijnbaar willekeurig verspreid over de hele putwand (zowel horizontaal als verticaal) en zonder enig verband.
Opvallend is dat ook in de grondhopen aan de andere zijde van de watertoren menselijk botmateriaal werd gevonden, een viertal fragmenten. Deze grondhopen zijn afkomstig van de put aan de westelijke zijde van de watertoren.
Er werd geen enkele indicatie aangetroffen van beendermateriaal in enige vorm van anatomisch verband. Het beendermateriaal is sterk verdroogd en erg fragmentarisch.
In totaal werden een tiental beenderfragmenten verzameld die wellicht van menselijke oorsprong zijn. Er werd ook botmateriaal aangetroffen dat eerder van dierlijke oorsprong lijkt.
Er werden geen sporen aangetroffen van enige vorm van textiel (kledij) of hout, dat zou kunnen wijzen op een kist.

Onderzoek van de putwandprofielen bevestigt dat het om dempingspakketten gaat: de grond is heterogeen en sterk puinhoudend. Ter hoogte van de locatie van de schedel was een duidelijke horizontale gelaagdheid zichtbaar.


Auteurs: De Decker, Sam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Menselijke resten

Typologie: afvallagen, losse vondsten
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), bot (menselijk)

Relaties

  • Is deel van
    Historische stadskern van Oostende


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Watertoren [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983580 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.