Tijdens graafwerken op de schans van Hulst werd in het profiel de gracht doorsneden die van het zuidoosten naar het noordwesten liep. In het profiel werd ook een poel aangetroffen die onderaan een laag kiezel bevatte met daarop duidelijke sporen van trampling door het vee. De profielen werden gedocumenteerd en bestudeerd door een archeologisch bureau in samenwerking met het agentschap en een bodemkundige van de UGent. Er werden buiten enkel fragmenten van bakstenen in de onderste laag van de gracht geen andere vondsten ingezameld.
Het is niet geweten wanneer de schans hier kwam, maar vermoedelijk was dit eind 16de-begin 17de eeuw. In een bron uit 1651 spreekt men alleszins over ‘de oude schans’ wat doet vermoeden dat het terrein op dat moment niet meer als schans gebruikt werd. Op de wandkaarten van het Hertogdom Aarschot uit 1759 tot 1775 kan de schans nog herkend worden als een omgracht perceel met aan de binnenzijde een bomenrij langs de gracht.
Tot op vandaag is de structuur van de schans, waarvan de gracht in verbinding met de Laak stond, mooi in het landschap zichtbaar gebleven.