Op een akker langs de Voormezelestraat in Wijtschate werden in maart 2021 menselijke resten aangetroffen door een metaaldetectorist, die de vondst meteen meldde aan de politie. Het toevalsvondstonderzoek leverde binnen de werkput een segment van een loopgraaf op met een min of meer NO-ZW oriëntatie. Op de bodem van de loopgraaf bevond zich een nagenoeg volledige golfplaat die zeer waarschijnlijk de aanleiding was voor het signaal waarnaar de metaaldetectorist had gegraven. De structuur die werd aangetroffen, kan vermoedelijk gelinkt worden aan de Voormezelestraat en kan als loopgraaf of eerder doorsteek geïnterpreteerd worden. Deze loopgraaf dateert, vanwege de aanwezigheid van een Britse golfplaat, van na 7 juni 1917. In de vulling van de loopgraaf werden nog verschillende fragmenten verspreid menselijk botmateriaal aangetroffen.
Het betreft hier de stoffelijke resten van een gesneuvelde Franse militair die vermoedelijk om het leven is gekomen tijdens de gevechten in november-december 1914. Zijn lichaam bleef achter in het Niemandsland en werd bijgevolg niet begraven. Het artillerievuur van de daaropvolgende jaren met ten slotte de aanleg van een Britse loopgraaf doorheen de locatie, resulteerde in een volledige fragmentatie van het lichaam.