Tijdens het onderzoek werden restanten van de laat-middeleeuwse Sint-Janspoort en -brug aangetroffen. Daarnaast ook restanten van de bouwblokken aan de vliet die dateren na de derde stadsomwalling. Er werden geen vondsten gedaan tijdens het archeologisch onderzoek van deze zones. De ruimtes waren verlaten, de aan- en opvulling gebeurde met aangevoerd, redelijk zuiver zand.
In de oostelijke werkput werd de aanzet van een keldergewelf en een keldervloer aangetroffen. In deze werkput werd de keermuur van de overwelfde vliet aangetroffen die hier eveneens als onderdeel van Sint-Jansbrug kan worden geïnterpreteerd. De grotere baksteenformaten en het parement in natuursteen in de lagere delen van de muur kunnen wijzen op een oudere fase van de brug. Door de veiligheidsomstandigheden kon het metselwerk ervan slechts beperkt worden onderzocht.
In werkput 1 werden delen van het bouwblok dat aan westzijde van de voormalige Sint-Jansbrug stond en waarvan de (westelijke) gevels gefundeerd waren op de oostelijke kaaimuur van de vliet aangetroffen. Het deel van de oostelijke vlietmuur dat werd aangetroffen tijdens het archeologisch onderzoek kan exact aangeduid worden op de historische foto uit 1860-1880. Ook de metalen ring voor de schepen, het ijzeren muuranker en de natuurstenen vensterbank is zowel op de historische foto als op de foto van de opgravingen duidelijk afleesbaar.
Van het Spuihuis, dat zich aan noordzijde van de opgravingsput bevindt, werd de aanzet van de bakstenen overwelving vastgesteld. De datering voor het spui is nauw verbonden met de geschiedenis van het huizenblok dat zich hier ontwikkelde kort na de bouw van de Sint-Janswatermolen in 1552. Op basis van het metselwerk kan de gewelfaanzet en de basis van de scheidingsmuur zeker in de 16de-eeuw worden geplaatst. De hogere delen van de scheidingsmuur vertonen aanpassingen die van latere datum zijn, onder meer de verbouwingen met harde rode baksteen en trasmortel. Aanpassingen kunnen zeker uitgevoerd zijn tot en met 1867. Er werden ook resten van de Sint-Janswatermolen aangetroffen. Op basis van de opgravingen onderscheiden we voor het huis dat gelegen was op de waterkanalen de oudere fase met actieve werking van de watermolen en een recentere fase waarbij een half verdiept gelijkvloers of kelder werd aangelegd bovenop de gedempte kanalisatie. De oudere fase met actieve werking van de watermolen kan op basis van het metselwerk verder opgedeeld worden in de originele bouw uit het midden van de 16de eeuw en de aanpassingen in de 19de-eeuw. De basismuren van de kanalen waren op een dieper niveau afgewerkt met een witstenen parement dat sterk was geërodeerd, delen van de natuursteen waren afgesprongen en redelijke wat voegen uitgesleten. Een latere aanpassing gebeurde met grote dekplaten in blauwe hardsteen. Chronologisch werd eerst de Sint-Janswatermolen gebouwd (1552), kort nadien volgde na de afbraak van de Sint-Janspoort en aanleg van het Spuihuis.
Bij het uitgraven van de rioleringssleuf werden straatkelders, die behoren tot de vroegere huizen op de kop van Sint-Jansvliet, aangetroffen. Het metselwerk van deze kelders kan dateren in de 15de-17de eeuw, er werden ook aanpassingen uitgevoerd die van latere datum zijn (18de-19de eeuw). In de buurt werd er ook een baksteenmassief en de waterput aangetroffen. Deze vallen op door het metselwerk met groter baksteenformaat en andere baksteenkleur en zijn vermoedelijk ouder.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Historische stadskern van Antwerpen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Jansvliet [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983631 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.