Tijdens graafwerken voor de bouw van een nieuw schoolgebouw kwam men een betonnen structuur en een trap tegen. Deze trap gaf toegang tot een schuilkelder uit WO II.
De kelder was gekend en stond als schets op een plan op de bouwvergunning voor een nieuw gebouw opgetrokken in 1964. De plannen hiervan zijn bewaard op de gemeente. De kelder werd toen afgedekt met platen van gewapend beton en de voegen werden waterdicht gemaakt.
De kelder is volledig gedocumenteerd, ook al stond er water in. Aan de zuidzijde was het dak van 1964 door de aannemer verwijderd. De rest was blijven zitten. De schuilkelder was in totaal ongeveer 14m lang en ongeveer 5m breed en was volledig opgebouwd uit beton, ook de trappen. Ze bestond in het grondplan uit 2 U-vormige delen die met elkaar in verbinding stonden. Binnenin was duidelijk de afdekking uit 1964 te onderscheiden van de rest.
Aan de binnenzijde was de overgang van de muren naar de bodem schuin afgewerkt. Er was slechts één verluchtingsgat aanwezig in de kelder (15x15cm). Nergens werden scharnieren van deuren of aanzetten van banken vastgesteld. Op enkele plaatsen aan de zuidzijde van de schuilkelder stonden enkele zwarte en een wit opschriften op de zijmuren en op het plafond, die waarschijnlijk dateren van het toeleggen van de schuilkelder in 1964 (SPOOK, RO, A, ZOT, een doodshoofd, BETTY, LIEFSTE, een hart …).
De schuilkelder dateert waarschijnlijk uit de periode van WO II en blijft in situ.