Gezien er tijdens het landschappelijk bodemonderzoek geen aanwijzingen werden aangetroffen voor een goed bewaarde bodem is de trefkans inzake in situ bewaarde artefactensites zeer klein.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 13 antropogene sporen opgetekend: paalkuilen, kuilen, grachten en greppels. Ter hoogte van één kijkvenster werd een cluster aan paalsporen en mogelijks een haardkuil waargenomen, vermoedelijk behorend tot een hoofd- of bijgebouw. Vermoedelijk hebben we hier met een groter erf te maken. Het aangetroffen aardewerk in de paalkuilen dateert de structuur voorlopig in de volle/late middeleeuwen. Enkele greppels en behoren eveneens tot dit erf. Het is goed mogelijk dat we te maken hebben met een zogenaamd hallenhuis.
Een NW-ZO georiënteerde gracht doorkruist het plangebied en getuigt van een veranderde peceelsindeling in de 17de – 18de eeuw.