Met het hoge resolutie Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen wordt duidelijk een zuidwest – noordoost georiënteerd patroon van rechtlijnige en haaks op elkaar gelegen wallen zichtbaar. Deze wallen zijn, gemeten aan de hand van het DHMV zeer uniform qua morfologie (ca. 10 m breed, slechts enkele tientallen cm hoog), en schijnen ook qua patroon een samenhangend geheel te vormen. De hoofdzakelijk zeer rechtlijnige wallen kunnen over soms honderden meters lengte gevolgd worden, en vormen schijnbaar enkele grotere (verder onderverdeelde) rechthoekige ‘blokken’ op het hoger gelegen plateau van Meerdaalwoud.
Deze wallen dateren kennelijk van vóór het ontstaan van noord-zuid gerichte karrensporenbundels (vermoedelijk van middeleeuwse oorsprong), waardoor ze duidelijk ‘oversneden’ worden. Het patroon van wallen houdt daarentegen wel rekening met de aanwezigheid van de Tiense Groef, is er bovendien nagenoeg loodrecht op georiënteerd, en lijkt qua verspreiding eveneens verband te houden met de spreiding van de gesloten depressies. Tenslotte kunnen ook de gekende tumuli ingepast worden in deze ruimtelijke structurering, zij zijn doorgaans immers gesitueerd in de zones waar de wallen grenzen aan de Tiense Groef. Deze gecombineerde gegevens suggereren in sterke mate een Romeinse oorsprong van de walstructuren.
Dergelijke wallen of kleine bermen in (voormalig) akkerbouwgebied zijn vaak het gevolg van ploegerosie en ploegafzetting op perceelsgrenzen. Op termijn leiden deze antropogene processen tot de vorming van niveauverschillen geaccentueerd door een berm, zogenaamde graften.