Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden archeologisch relevante sporen aangetroffen in één of meerdere structurele verbanden. Het gaat hierbij voornamelijk om greppels en grachten, kuilen en voornamelijk paalkuilen. De paalkuilen werden in vrij lineaire verbanden aangetroffen maar waarin geen gebouw kon worden herkend. Tussen beide parallelle paalkuil-assen bevond zich bovendien een parallelle greppel. De mogelijke structuren binnen het projectgebied kunnen behoren tot de (rand) van een erf of nederzetting. In dit geval is er wel sprake van een opmerkelijke schaarsheid aan vondsten. De aangetroffen sporen waren ook vrij ondiep waardoor het vermoedelijk geen echte (woon)huizen of boerderijen betreft maar vermoedelijk eerder bijgebouwen.
Het aangetroffen materiaal was zeer beperkt en vermoedelijk vooral afkomstig van de bemesting en ophoging van het terrein. Er werden zowel Romeinse als (post-)middeleeuwse vondsten aangetroffen. De vondstenarmoede wijst er mogelijk ook op dat de aangetroffen potentiële structuren eerder off-site zouden kunnen zijn, eerder dan een werkelijke nederzetting.