Binnen het projectgebied werden een aantal relevante sporen aangetroffen die een kijk geven op de evolutie van de Hendrik Speecqvest van de 14de eeuw tot vandaag.
De oudste sporen hadden wellicht te maken met de aanleg van de stadswal in de eerste helft van de 14de eeuw. Het lijkt erop dat de plaats waar deze wal diende te komen ontdaan werd van de teelaarde, mogelijk om stabiliteitsredenen. De lagen die werden geïnterpreteerd als de basis van de Mechelse stadswal bestonden uit teelaarde en moederbodem, wellicht afkomstig van het uitgraven van de stadsgracht.
Deze stadsgracht werd centraal binnen het onderzoeksgebied aangetroffen en onderzocht tot meer dan 4 m onder het maaiveld. Enkel aan de noordoostwand waren enkele oudere lagen bewaard. De grens van de stadsgracht bevindt zich bijna exact op de verwachte plaats, wat de juistheid van de 18de- en 19de -eeuwse kaarten bevestigt.
Van stadsmuur en torens werden geen sporen in situ aangetroffen. Uit het bureauonderzoek bleek dat de fundering van de muren niet tot in de moederbodem reikte, enkel tot in het wallichaam. Bij het (grotendeels) afgraven van dat wallichaam werd bijgevolg ook de fundering verwijderd. Er werden geen sporen teruggevonden die doen denken aan de observaties van 1979 op de Zandpoortvest.
De archeologische gelaagdheid leverde wel interessante informatie op over de slechting van de vestingen. Deze gebeurde in de 19de eeuw duidelijk in twee fasen. In eerste instantie werden de versterkingen afgebroken en werd een groot deel van de stadswal afgegraven en in de stadsgracht gedeponeerd. Deze werkwijze kon ook worden vastgesteld op 19de -eeuwse documenten die van toepassingen zijn op de omgeving van Koepoort, Nekkerspoelpoort en Winketpoort. Het lijkt er sterk op dat het om een methodiek ging die bij de hele omwalling werd toegepast. De situatie bleef minstens enkele jaren ongewijzigd, waarna de rest van de gracht werd opgevuld met puinige lagen. Het onderste restant van de stadswal bleef daarbij in situ bewaard. Tijdens het intermezzo tussen de twee opvullingsfasen of op het moment van de finale opvulling werden verschillende kuilen gegraven die met puinig afval werden gevuld. Onder de asfaltverharding was de originele kasseiverharding van de Speecqvest goed bewaard. Deze werd gelegd op een verharding van steenkoolsintels.
Auteurs: Heyvaert, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Biologisch materiaal: twee oesterschelpen
Is deel van
Historische stadskern van Mechelen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hendrik Speecqvest [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983733 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.