Een deel van de structuren is te dateren in de metaaltijden. Daarbij kan er een onderscheid gemaakt worden in twee periodes, de midden bronstijd en de midden ijzertijd. In het oosten van het plangebied werd een huisplattegrond aangetroffen, deze werd op basis van het type gedateerd in de bronstijd. De structuren die in de ijzertijd thuishoren lijken beperkt. Er worden slechts vier kuilen in deze periode gedateerd. Twee van de kuilen bestaan eigenlijk enkel uit een concentratie aardewerk, een spoor werd niet echt waargenomen. De andere twee kuilen zijn wel duidelijk zichtbaar, maar de functie van deze sporen blijft ook onduidelijk. Naast de te dateren sporen en structuren op basis van de plattegrondtypes of het aardewerk, zijn ook een groot deel van de structuren niet te dateren. Het gaat hier onder andere om een bijgebouw, alle spiekers en nog drie kuilen. De resultaten zouden daardoor het beeld kunnen bevestigen dat er sprake is van een verspreid bewoningspatroon in het gebied. Dit is zeker niet ongebruikelijk voor sites uit de ijzertijd. Voor het Maas-Demer-Scheldegebied is er een model opgesteld voor de vroege ijzertijd waarin sprake was van diffuus verspreide bewoning. Deze bewoning wordt over het algemeen gekarakteriseerd als een systeem van "zwervende erven".
De waterkuil kan op basis van de AMS 14C-dateringen in de Karolingische periode gedateerd worden. Verder zijn er geen aanwijzingen voor een aanwezigheid in deze periode. Binnen het plangebied werden in totaal twaalf verschillende greppels aangetroffen. Vijf van deze greppels horen duidelijk samen en vormen één greppelcomplex. Twee andere greppels staan mogelijk in relatie tot dit geheel. Op basis van het vondstmateriaal kan de opvulling van deze greppels gedateerd worden in de late middeleeuwen.
De sporen uit de nieuwe tijd betreffen de overgebleven vijf greppels. Vier van deze greppels komen duidelijk overeen met perceelsgrenzen wanneer men de allesporenkaart plot op de Ferrariskaart en de Atlas der Buurtwegen. Voor drie greppels is deze percellering nog niet te zien op de Ferrariskaart, wat een datering geeft voor deze perceelsgreppels tussen eind 18de en begin 19de eeuw.
Auteurs: Van Kerkhoven, Inne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Niet alle structuren kunnen gedateerd worden. Het gaat hier onder andere om een bijgebouw, alle spiekers en nog drie kuilen.