Het onderzoek leverde betrekkelijk weinig archeologische sporen op uit de metaaltijden. Slechts één structuur (SP01) kan aan de hand van aardewerkvondsten met zekerheid gedateerd worden in de midden ijzertijd. De resterende spiekers en sporen vertonen een gelijkaardige opbouw en kunnen met enige voorzichtigheid ook in deze ruime periode geplaatst worden, al is dit niet met zekerheid te zeggen. Apart van de spiekers worden ook twee kuilen aangeduid als zijnde ijzertijd. Deze bevatte net als SP01 recipiënten handgevormd aardewerk. De overige kuilen behoren mogelijk ook tot deze periode, maar aangezien ze niet in verband gebracht kunnen worden met een erf en er geen dateerbaar materiaal gevonden werd die een indicatie inzake periode zou kunnen aangeven, blijft dit louter speculatie. De sporen die verbonden kunnen worden aan het "verhaal" van de metaaltijden aan de Rumstsestraat, passen in het geheel van de tot nu toe aangetroffen nederzetting.
Binnen het plangebied werden in totaal zes verschillende greppels aangetroffen. Het gros van deze greppels kan gedateerd worden in de nieuwe of zelfs nieuwste tijd, zoals wordt uitgelegd in het hoofdstuk omtrent de sporen. Enkel GR04 kan mogelijk een oudere (middeleeuwse) datering hebben. Er kon geen relatieve datering toegekend worden aan GR06. De greppels hadden wellicht een functie als perceelafbakening. Eén van deze greppels is ook terug te vinden op historisch kaartmateriaal met een functie van percelering. De parallelle greppels hadden wellicht een soortgelijke functie. Wellicht speelden de greppels ook een rol in het afwateren van het terrein. Naast greppels kunnen er geen sporen gedateerd worden in deze periodes.
Auteurs: Lemahieu, Jonas
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)