is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15021
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15031
Deze aanduiding is geldig sinds
De sporen van het onderzoeksgebied lijken niet enkel van de ijzertijd te zijn. Daarnaast blijk het gebied ook in de Romeinse tijd bewoning gekend te hebben. Hoewel niet voor alle periodes de aangetroffen sporen en structuren volledig te duiden zijn, blijkt dat dit gebied dus een lange bewoningsgeschiedenis kent. Hoewel de nederzetting uit de volle middeleeuwen op een andere locatie gezocht moet worden. Het vondstmateriaal is toevallig aanwezig binnen het plangebied.
Op basis van het aardewerk kunnen de sporen en structuren binnen het plangebied opgedeeld worden in vijf fases: de middenbronstijd, de overgang late bronstijd/vroege ijzertijd, de middenijzertijd, de overgang late ijzertijd/vroeg-Romeinse tijd en ten laatste de midden-Romeinse tijd. In het archeologisch bestand is de overgang late bronstijd/vroege ijzertijd het best vertegenwoordigd.
In de middenbronstijd en middenijzertijd was dit de locatie om mensen te begraven. Tijdens de overgang late bronstijd/vroege ijzertijd, de overgang late ijzertijd/vroeg romeinse tijd en ook tijdens de midden-Romeinse tijd werd het gebied duidelijk bewoond. Voor de overgang late bronstijd/vroege ijzertijd werd slechts één onvolledig huis aangetroffen, enkele kleine bijgebouwen, verscheidene spiekers, kuilen en een waterput. Voor de overgang late ijzertijd/vroeg-Romeinse tijd en de midden-Romeinse tijd zijn de sporen zeer beperkt, voornamelijk bestaan deze uit kuilen die geïsoleerd gelegen zijn.
Op basis van de resultaten van het vooronderzoek werden vijf zones afgebakend voor eventueel vervolgonderzoek, waarvan twee met een hoge sporendichtheid en drie met een lage sporendichtheid. In de drie laatstgenoemde zones was de oorspronkelijke bodemopbouw minder goed bewaard, de noordwesthoek was ernstig verstoord en in de zuidwesthoek zijn de geplande bodemingrepen beperkt. Geen enkele vindplaats kan begrensd worden. Gezien de bewoning uit de late bronstijd tot vroege ijzertijd zich concentreert aan de noordelijke rand van het plangebied, is het waarschijnlijk dat de kern van deze bewoning gelegen is onder de huidige bebouwing aan de Molenstraat. Voor de overige vier periodes (middenbronstijd, midden -ijzertijd, late ijzertijd tot vroeg-Romeins en midden-Romeins) kan de richting van de uitbreiding moeilijker vastgesteld worden.
Auteurs: Van Kerkhoven, Inne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)