Tijdens de opgraving aan de Bosstraat te Erpe-Mere werden 179 vondsten verzameld en 463 sporen geregistreerd, waaronder 121 paalkuilen, 143 kuilen, 67 greppels, 2 brandrestengraven, 1 waterkuil, 1 poel, 71 natuurlijke sporen en 57 recente verstoringen. Het gaat om een meerperiodensite, met vondsten en/of sporen uit de steentijd, de ijzertijd, de Romeinse tijd, de volle en late middeleeuwen en de postmiddeleeuwen
Uit de steentijd zijn geen sporen aangetroffen. Wel zijn zes silexvondsten aangetroffen in secundaire contexten.
De vondsten en sporen uit de ijzertijd hadden geen specifiek zwaartepunt. Deze bevonden zich namelijk nogal verspreid over de site. Het gaat onder andere om drie kuilen, een smal greppeltje, een brandrestengraf, drie greppels in de noordoostelijke hoek van het plangebied en een aantal vondsten die secundair in middeleeuwse sporen terechtgekomen zijn.
Ook de sporen uit de Romeinse periode betroffen losse sporen en vondsten. Het gaat hier over het brandrestengraf, de mogelijke drenkpoel en greppel D. De sporen hadden geen onderling verband, of duidelijk verband met andere sporen. Het brandrestengraf uit de midden-Romeinse periode was een zeer rijk spoor dat veel aardewerk, glas en een munt bevatte. Verder is kwaliteitsvol brandhout gebruikt op de brandstapel en trof men resten van de niet-inheemse zilverspar aan.
De middeleeuwse sporen dateren voornamelijk uit de volle en late middeleeuwen. De sporen concentreren zich hoofdzakelijk in het noordwestelijk deel van de site. De aangetroffen middeleeuwse sporen bestaan onder andere uit kuilen, paalkuilen, erfgreppels, een waterkuil en een poel. De paalkuilen vielen uiteen in tien structuren, waaronder een hoofdgebouw uit de 10de-12de eeuw, een palenrij uit de 10de-11de eeuw (mogelijk voor de afsluiting van een weide) en een aantal bijgebouwen uit de 11de-15de eeuw.
Belangrijke observaties zien we zowel tijdens de ijzertijd als tijdens de Romeinse periode het crematieritueel naar voren komen, met als grootste verschil de aangetroffen vondsten. Het Romeins graf bulkte van de bijgiften, terwijl in het ijzertijdgraf slechts een kraal aangetroffen is. Daarnaast toonden de verschillende soorten importwaar aan dat mogelijk reeds sinds de ijzertijd zowel aardewerk uit verschillende regio’s als barnsteen of barnstenen kralen uit Duitsland geïmporteerd werden. Ook in de Romeinse periode circuleerde in Erpe-Mere geïmporteerd aardewerk uit onder andere Duitsland en Frankrijk, en niet-inheemse houtsoorten. Tijdens de middeleeuwen treffen we dan weer eerder lokaal aardewerk aan.
Auteurs: Janssens, Niels; Verhaeghe, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Kralen uit barnsteen werden soms meegegeven in crematiegraven tijdens de ijzertijd.
Beschrijving:
In een kuil gaat het om de rand van een mogelijke voorraadpot uit de 16de-18de eeuw. Deze bovenste laag is dus postmiddeleeuws van aard. Een datering of interpretatie van de onderste lagen bleef echter onduidelijk.
Beschrijving:
Alleen maar in secundaire context.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bosstraat II [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983765 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.