Op basis van de gekende archeologische data in de omgeving van het plangebied was er een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. Zeker vanaf de metaaltijden was er menselijke aanwezigheid in de omgeving wat geattesteerd is in de aanwezigheid van grafheuvels uit deze periode. Toch kunnen ook vondsten uit de oudere steentijden verwacht worden, naar analogie met de vele veldpropsectievondsten ter hoogte van Merendree, Landegem en opgravingen in Aalter.

In werkput 3 en 4 werd een mogelijke intacte E- en B-horizont aangetroffen wat wees op een kans op in situ steentijdvondsten. Daarom werd hier een verkennend archeologisch booronderzoek uitgevoerd dat vanwege van de positieve resultaten gevolgd werd door een waarderend archeologisch onderzoek. Het lage aantal vondsten en de geïsoleerde ligging van de aangetroffen vondsten leek erop te wijzen dat in het plangebied geen vuursteenclusters aanwezig zijn. Ook bleek in de selectiezone de bodem minder gaaf te zijn. Deze argumenten wijzen erop dat de kans op kenniswinst bij verder onderzoek eerder laag is.

Het grootste deel van de proefsleuven leverde geen interessante sporen op. De meerderheid van de sporen bestonden uit greppeltjes, variërend in breedte en oriëntatie. Op basis van de locatie van de sporen konden vier sporenconcentraties worden afgebakend. De schaarste van sporen en vondsten in drie van de vier spoorconcentratie lieten een verdere datering en interpretatie niet toe. Er werden geen structuren aangetroffen. Enkel spoorconcentratie 2 werd geïnterpreteerd als onderdeel van het greppelsysteem van de voormalige site met walgracht (Maldegemgoed).