waarneming

Steenovenstraat II

archeologisch element
ID
983784
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983784

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9763
    Deze aanduiding is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9894
    Deze aanduiding is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9895
    Deze aanduiding is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9896
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Te Kuurne Steenovenstraat werd 4 ha vlakdekkend opgegraven. Hier kwam een meerperiode site aan het licht met vondsten vanaf het mesolithicum en sporen en structuren vanaf het finaal-neolithicum tot en met de huidige tijd.

Indicaties voor de vroegste menselijke aanwezigheid binnen het plangebied wordt aangetoond door middel van een aantal vuursteenartefacten uit het mesolithicum. Bij de mesolithische artefacten bevinden zich drie pijlbewapeningselementen waarvan één BK-achtige spits. Gezien de grootte van deze elementen wijzen zij hoogstwaarschijnlijk op activiteit ter plaatse in het (laat) mesolithicum. Of de overige artefacten die mogelijk in deze periode thuishoren eveneens wijzen op een mesolithische aanwezigheid dan wel in een latere periode van elders werden meegebracht, gebruikt en achtergelaten, is niet duidelijk. Mogelijke gebruikssporen op enkele (potentieel) mesolithische artefacten lijken in de richting van recyclage te wijzen.

Aanwijzingen van menselijke activiteiten binnen het plangebied dateren uit het neolithicum. Zowel uit het midden- als finaalneolithicum werd op verschillende locaties binnen het plangebied aardewerk verzameld. Grondvaste sporen werden vanaf het finaal-neolithicum vastgesteld. Aangezien dit slechts enkele geïsoleerde kuilen betreft, kan de aard van de occupatie niet achterhaald worden.

Vanaf de midden-bronstijd zijn er effectief bewoningsporen aanwezig in de vorm van concentraties paalkuilen en kuilen en drie crematiegraven. Het
vondstmateriaal uit deze periode is relatief beperkt tot een aantal potscherven. Bij het archeobotanisch onderzoek van paalkuilenconcentratie PKC04 zijn wel tientallen graankorrels gevonden van gerst en emmertarwe. In de crematiegraven zijn aanwijzingen gevonden voor grafgiften in de vorm van (vermoedelijk) dierlijk bot, waarvan één fragment is bewerkt en een bewerkte vuursteen. 

Vanaf de vroege ijzertijd is een duidelijke toename van occupatie merkbaar in zowel de aardvaste sporen als het vondstmateriaal in de paleobodem. De sporen en structuren uit deze periode bevinden zich allemaal in de zuidoostelijke laaggelegen zone van het projectgebied. Het gaat hierbij om bewoningssporen in de vorm van een tweetal houtbouwen en een aantal (water)kuilen, alsmede veel vondstmateriaal (aardewerk, silex) in de afgedekte paleobodem. Uit het archeobotanisch onderzoek blijkt dat men zich vanaf de vroege ijzertijd concentreerde op de verbouw van bedekte gerst en pluimgierst. Naast granen werden huttentut en slaapbol om hun oliehoudende zaden verbouwd. Op de overgang van de vroege naar de late ijzertijd had men emmertarwe en pluimgierst ter beschikking. Op de akkers werden ook weer oliehoudende gewassen verbouwd, zoals huttentut, vlas en slaapbol.

De sporen en structuren uit de late ijzertijd situeren zich in het zuiden en zuidwesten van het onderzoeksgebied. Het gaat om bewoningssporen in de vorm van een vierkantig enclos met paalkuilen, een cluster van een vijftal silo’s en een waterkuil. De afwezigheid van een graf binnen het enclos en het voorkomen van verschillende (diepe) paalkuilen (PKC05) zijn indicaties om de greppel als erfafbakening te interpreteren. Silo04 is van de drie onderzochte silo’s het rijkst aan botanische macroresten. Van granen zijn meer dan honderd resten aangetroffen in de vorm van graankorrels, stengels en kaf: gerst, emmertarwe, spelt, echte haver, pluimgierst en trosgierst. Verder zijn honderden kafresten van pluimgierst gevonden. Dit levert een overtuigend bewijs van de lokale verbouw van dit gewas.

De Romeinse periode karakteriseert zich door bewoning in de vorm van meerdere gebouwplattegronden. De hoofdgebouwen zijn te classificeren als Alphen-Ekeren types. Slechts één gebouw betreft een ander type en kan beschouwd worden als een éénschepig gebouw met kruisvormig gespreide krachtverdeling (kruistype IIB De Clercq). De bewoning clustert zich op twee locaties. Allereerst is centraal in het onderzoeksgebied een cluster van elkaar oversnijdende houtbouwen aanwezig, geflankeerd door twee poelen, diverse kuilen en greppelsystemen. Een tweede cluster situeert zich in het uiterste zuiden, met de vertegenwoordiging van eveneens meerdere poelen en één bijgebouw. Aan de zuidoostelijke rand van het onderzoeksgebied kon over een lengte van ruim 125 meter een ZW/NO georiënteerd Romeins wegtracé herkend worden met een vermoedelijke aftakking richting de vicus van Harelbeke. Een aantal greppels kon op basis van het vondstmateriaal, oversnijdingen en oriëntatie gekoppeld worden aan Romeinse landindeling. Verder moet genoemd worden dat er sprake is van een opvallende afwezigheid van funeraire sporen uit deze periode.

Na de Romeinse periode lijkt in de functie van het plangebied vooral gericht op agrarische activiteit. Het aantal sporen, structuren en vondsten neemt sterk af en de nadruk komt te liggen op perceleringsgreppels. Het onderzoeksgebied wordt doorsneden door een netwerk van overwegend vrij brede greppels en grachten die te koppelen zijn aan de landindeling in de (late) middeleeuwen. In werkput 102 werd het restant van een 15de-/16de- eeuwse veldoven aangetroffen.

Een opvallende vondst is de vierkantige omgreppeling met toegang, met een afmeting van ca. 50 op 50 m, die zich uitstrekt in meerdere werkputten. In de opvullingen werd een kleine hoeveelheid laat- tot voornamelijk postmiddeleeuws gedraaid aardewerk aangetroffen. Deze structuur is moeilijk te interpreteren. 

Verspreidt over het plangebied zijn ook sporen en vondsten uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog aangetroffen. Het betreft een vijftal bomkraters, enkele kuilen, klein kaliber munitie en geschutsmunitie. De Eerste Wereldoorlog wordt vertegenwoordigd door enkele munitievondsten en een bomkrater. Deze vormen de resten van Franse en Duitse gevechten langst de Leie. Op enkele kogelhulzen is een productiedatum leesbaar (1918); mogelijk zijn deze te koppelen aan de Slag om de Leie of het beschieten van de terugtrekkende Duitsers net voor of na deze slag. De meeste hulzen en afgevuurde kogels uit de Tweede Wereldoorlog zijn van Duitse makelij. De productiedata op de kogelhulzen, vaak 1937-1939, indiceren een koppeling met de beginjaren van de oorlog: vermoedelijk het oprukken van de Duitse troepen in 1940. Een bijzondere vondst is een kuil waarin duitse uniformresten (gasmasker, draagriem, bajonet, holsters, gamel, veldfles, dolk..) en enkele persoonlijke objecten (zoals een bril, uurwerk, tandenborstel, schrijfgrief, passer en drie filmrolletjes) zijn aangetroffen. Waarom iemand deze objecten en uniformresten hier heeft achtergelaten is niet achterhaald.


Auteurs: Beke, Floris
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

1. Prehistorie

Datering: mesolithicum, neolithicum
Typologie: archeologische objecten, kuilen
Materiaal: aardewerk, lithisch materiaal, vuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Verspreid binnen het onderzoeksgebied zijn een groot aantal indicaties gevonden die wijzen op prehistorische aanwezigheid op deze site. Enerzijds gaat het om silex- en aardewerkvondsten die typologisch uit deze periode dateren maar die zich in sporen, structuren en pakketten bevinden uit recentere perioden. In enkele gevallen lijkt er sprake van recuperatie en herbruik, in de meeste gevallen kan er van worden uitgegaan dat het secundair verplaatst materiaal betreft dat in de loop der tijd door vergraving in jongere sporen terecht is gekomen. Anderzijds zijn in situ sporen aanwezig die op basis van de absolute datering en/of het vondstenensemble in het finaal-neolithicum te plaatsen zijn en daarmee de getuigen zijn van de oudste bewoning op deze site.

2. Bronstijd

Datering: middenbronstijd
Typologie: afvalkuilen, crematiegraven, kuilen, paalkuilen
Materiaal: aardewerk, biologisch materiaal, bot (dierlijk), hout, houtskool, vuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De sporen uit de bronstijd zijn op te delen in funeraire sporen, bewoningssporen en een bodemlaag. Het gaat om een drietal graven in het noordoosten van het plangebied, en meerdere (paal)kuilconcentraties en geïsoleerde kuilen in zowel het hoger gelegen noorden van het plangebied als de laaggelegen zone in het zuiden en zuidoosten, onder het colluvium in de bewaarde A-horizont. Evenals bij de prehistorische sporen is het aannemelijk dat op de hoger gelegen zone van het plangebied een deel van de ooit aanwezige middenbronstijdsporen weg geërodeerd is.

3. Vroege ijzertijd

Datering: vroege ijzertijd
Typologie: bijgebouwen, cultuurlagen, erven, gebouwplattegronden, kuilen, paalkuilen, waterkuilen
Materiaal: biologisch materiaal, hout, houtskool
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De sporen en structuren uit de vroege ijzertijd bevinden zich allemaal in de zuidoostelijke laaggelegen zone van het projectgebied. Het gaat hierbij om bewoningssporen in de vorm van houtbouwen, kuilen en waterkuilen alsmede een bewoningslaag: de afgedekte A-horizont. De uitgevoerde absolute dateringen laten veel overlap zien, enkel WK02 dateert later (dit wordt bevestigd door het archeobotanisch onderzoek), nl. op de overgang van vroege naar late ijzertijd. Dit is een sterke aanwijzing voor meerdere occupatiefases binnen deze periode.

4. Late ijzertijd

Datering: late ijzertijd (westen)
Typologie: kringgreppels, paalkuilen, perceelsgreppels, silo's, waterkuilen
Materiaal: aardewerk, biologisch materiaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De sporen en structuren uit de late ijzertijd situeren zich in het zuiden en zuidwesten van het onderzoeksgebied. Het gaat om bewoningssporen in de vorm van een enclos met paalkuilen, een cluster van silo’s en een waterkuil. Er zijn een drietal AMS14C-dateringen op late ijzertijd sporen uitgevoerd. De absolute dateringen van één van de silo’s en de waterkuil komen geheel overeen (370BC-200BC). De datering van een tweede silo bleek helaas gecontamineerd en gaf een uitkomst in de bronstijd. Gezien het vondstmateriaal in de betreffende silo (o.a. briquetage aardewerk) moet deze datering verworpen worden.

5. Romeinse tijd

Datering: Romeinse tijd
Typologie: afvalkuilen, bijgebouwen, erven, extractiekuilen, gebouwplattegronden, greppels, kuilen, paalkuilen, poelen, wegen
Materiaal: aardewerk, biologisch materiaal, glas, hout, metaal, natuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De Romeins gedateerde sporen en structuren zijn te classificeren als bewoningssporen en clusteren zich op twee locaties. Allereerst is centraal in het onderzoeksgebied een cluster van elkaar oversnijdende houtbouwen aanwezig, geflankeerd door twee poelen, diverse kuilen en greppelsystemen. Een tweede cluster situeert zich in het uiterste zuiden, met de vertegenwoordiging van eveneens meerdere poelen en één bijgebouw. Aan de zuidoostelijke rand van het onderzoeksgebied kon over een lengte van ruim 125 meter een ZW/NO georiënteerd Romeins wegtracé herkend worden met een aftakking richting de vicus van Harelbeke.

6. (Post)middeleeuwen

Datering: nieuwe tijd
Typologie: perceelsgreppels, veldovens
Materiaal: aardewerk, metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Waar in de Romeinse tijd volop bewoning binnen het onderzoeksgebied aanwezig is, zien we in de latere periodes vooral een agrarische exploitatie van het gebied. Het aantal sporen, structuren en vondsten neemt af en de nadruk komt te liggen op perceleringsgreppels in functie van laat- en postmiddeleeuwse landindeling.

7. Wereldoorlogen

Datering: 20ste eeuw
Typologie: bomkraters, kuilen, wapens en munitie
Materiaal: metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Verspreidt over het plangebied zijn sporen en vondsten uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog aangetroffen. Het betreft een vijftal bomkraters, enkele kuilen, klein kaliber munitie en geschutsmunitie.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Steenovenstraat II [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983784 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.