waarneming

Stippelberg 202

archeologisch element
ID
983829
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983829

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 8363
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Eerst werd een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd binnen de voormalige contouren van het plangebied. De aanwezigheid van een begraven bodem bij verschillende boringen gaf een hoog potentieel voor steentijdarcheologie aan. Ook het feit dat het terrein zich eerder bovenaan van een heuvelrug bevindt, was positief voor het steentijdpotentieel.

Uit de verkennende archeologische boringen kwam één verbrand artefact wat op de aanwezigheid van een prehistorische haardplaats kon wijzen. Daarnaast was de ontdekking van menselijke resten in de boringen bijzonder en geheel onverwacht. Het feit dat het om resten van twee individuen ging zou in de richting van een graf of grafveld kunnen wijzen.

Tijdens het waarderend archeologisch booronderzoek werden echter geen bijkomende vondsten aangetroffen, zodat de vuursteen chip aangetroffen tijdens het verkennend booronderzoek niet verbonden kan worden aan een ruimere archeologische context. Gezien de antropogene deposities boven op de organisch rijke laag, is het zeer waarschijnlijk dat de chip residueel tot deze ophogingspakketten behoort en geen andere connectie heeft met het landschap binnen het plangebied.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd duidelijk dat het landschap binnen het plangebied ingrijpende menselijke activiteiten heeft ondergaan heeft. In het oostelijk deel werd een aftopping van het natuurlijk profiel herkend. In het westelijk deel van het plangebied was een natte depressie aanwezig dat vergraven en uiteindelijk gedempt werd door middel van ophoging.

Er werden enkele sporen en vondsten aangetroffen. Het merendeel van de sporen bleken echter natuurlijk van aard. Daarnaast werden er verspreid over het plangebied verschillende tekenen van diepgaande verstoring aangetroffen. Een enkele paalkuil werd geïsoleerd aangetroffen zonder bijkomende aanwijzingen voor andere antropogene sporen. Het materiaal dat globaal werd aangetroffen, is terug te plaatsen in een ruime periode vanaf de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd. Verstoringen en ploegsporen kunnen in verband gebracht worden met de aanwezigheid van een recent gesloopt gebouw.

Op basis van het proefsleuvenonderzoek en cartografische bronnen kon een 18de-19de-eeuws boerderijerf met plaggenwaterput gesitueerd worden binnen de westelijke helft van het plangebied. Sporen van deze boerderij zelf konden echter niet in kaart gebracht worden door de grootschalige verstoringen op deze locatie. Verder werden er geen andere menselijke resten aangetroffen.

Het fenomeen van plaggenwaterputten zijn in Vlaanderen weinig gekend en bevinden zich allen in de regio van de Kempen. Opmerkelijk is de jonge ouderdom ten op zichte van de andere middeleeuwse en 15de-16de-eeuwse voorbeelden. Het aantreffen van deze context draagt bij tot het in kaart brengen van de spreiding van dit type waterputten. Daarnaast is het aantreffen van een bewoningssite waarvan de eerste ingebruikname te situeren valt in de 18de-19de eeuw eerder uitzonderlijk te noemen. Een voorzichtige link met de ontginningsgeschiedenis van Westerlo en Heultje specifiek kan gemaakt worden. De archeologische kennis van dit soort sites en hun impact op hun omgeving is onderbelicht in de vakliteratuur.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba

Boerderij erf

Datering: 18de eeuw, 19de eeuw
Typologie: waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Losse vondsten

Datering: late middeleeuwen, nieuwe tijd, steentijd
Materiaal: aardewerk, lithisch materiaal
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stippelberg 202 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983829 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.