Tijdens het gevoerde onderzoek werden sporen aangetroffen die archeologisch relevant zijn. De overige sporen waren zeer recent van aard en werden als verstoring geregistreerd. Het gaat om sporen die te koppelen zijn aan de sloop van de voorgaande bebouwing.
Er werd vastgesteld dat ophogingspakketten aanwezig zijn die vermoedelijk geassocieerd kunnen worden met de aanleg van de postmiddeleeuwse (17de-eeuwse) stadsversterking, met name de glacis. Deze versterkingen zijn historisch vrij goed gekarteerd. In de aangetroffen postmiddeleeuwse
ophogingslagen zijn enkele vondstloze en ongedateerde kuilen en greppels ingegraven. Een gracht en greppel, ingegraven in de ophogingslagen, duiden op postmiddeleeuwse landindeling. Eén van deze greppels zou een loopgraaf uit de Eerste Wereldoorlog kunnen betreffen, conform een (overigens anders georiënteerde) projectie van een stelling op een loopgravenkaart uit 1918. De archeologische argumenten hiervoor ontbreken echter. De vondst van een bomkrater kan wel geassocieerd worden met WO I.