is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15351
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het proefsleuvenonderzoek is een waardevolle archeologische vindplaats vastgesteld. Ze omvat sporen van bewoning en erfafbakening. Het gaat om paalsporen, kuilen, greppels en grachten, verstoringen en natuurlijke sporen.
De opgraving heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de geschiedenis van Broechem. De aangetroffen vindplaats vult namelijk deels de lacune in tussen de vondsten uit de metaaltijden en de late middeleeuwen die in de omgeving tot nog toe gekend waren.
Enkele sporen aangetroffen die aan de hand van het aangetroffen aardewerk en de hoge mate van uitloging in de metaaltijden geplaatst worden. Het gaat om losse sporen waarin geen structuren herkend werd.
Er is een bewoningssite uit de volle middeleeuwen aanwezig op het terrein. Specifiek gaat het om een woonerf met minstens een waterkuil, drie hoofdgebouwen en verschillende spiekers die binnen een erfafbakeningsgreppel gelegen zijn. De erfafbakeningsgreppel loopt door buiten de contouren van het onderzoeksgebied, waardoor we verwachten dat de vindplaats zich nog uitstrekt naar de aangrenzende percelen.
Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal, de typologische kenmerken van de aangetroffen gebouwplattegronden en de uitgevoerde 14C-dateringen kan de bewoningssite toegewezen worden aan de periode van de vroege naar de volle middeleeuwen tot de overgang van de volle naar de late middeleeuwen. Het zwaartepunt lijkt echter wel te liggen rond de 10de en 11de eeuw.
Greppel S23 liep langs de zuidwestelijke grens van het onderzoeksgebied. De greppel is zichtbaar op de Poppkaart en op de Atlas der Buurtwegen, waar ze overeenkomt met een perceelsgrens. Vermoedelijk kent deze perceelsgreppel een datering in de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd.
Auteurs: De Groote, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)