Bij sonderingen aan de funderingen en het bijhorende stabiliteitsonderzoek in het Vleeshuis, werden enkele aardewerkscherven en botmateriaal aangetroffen. De vondsten werden gemeld als toevalsvondst aan het agentschap Onroerend Erfgoed op 23 augustus 2022. Op 25 augustus werd het materiaal en de situatie ter plaatse naar waarde geschat door de dienst archeologie van de stad Antwerpen, waarna op 26 augustus de eigenlijke documentatie van de profielen werd uitgevoerd door deze dienst. 

Aan de hand van de geregistreerde profielen werden onder de huidige vloer nog eens twee oudere vloeren aangetroffen die vermoedelijk teruggaan tot de 16de eeuw. Hieronder werd in één put een gelaagd pakket van leem, klei en organisch materiaal aangetroffen, mogelijk te dateren aan de hand van het aardewerk tussen de 12de en 14de eeuw. Het ander materiaal betrof dierlijk botmateriaal van schaap/ geit, rund, varken en een botfragment van een vogel. Sommige fragmenten duiden op slachtafval. De vondsten worden ex situ bewaard. De lagen komen voor op een TAW-hoogte van 6 m. Nabijgelegen sites maakt duidelijk dat archeologische waarden nog kunnen voorkomen tot een TAW-hoogte van 4 à 4,50 m (of zelfs lager). Aan de hand van de omliggende oudere vondsten zijn deze lagen of te linken aan de originele opvulling van de burchtgracht of te interpreteren als bewoningslagen. De grens tussen gracht en gedeelte extra-muros is aan de hand van deze gegevens moeilijk te bepalen.

De putten buiten bevinden zich in verstoorde lagen of opvullingslagen van de gracht. Originele lagen van de burchtgracht werden niet aangetroffen.