Op 6 augustus 2014 werden Romeinse resten in de profielen van een bouwput aan de Schaetzengaarde gemeld. Op 19 augustus ging het agentschap Onroerend erfgoed ter plaatse.
Door betonwerken was het vlak van de bouwput al niet meer toegankelijk. De putwandprofielen waren echter wel nog zichtbaar. Helaas konden de wanden niet meer schoongemaakt worden. De registratie bleef beperkt tot de opmeting van de lengte en dikte van een puinlaag die zich in twee op elkaar aansluitende putwanprofielen aftekende, het inzamelen van een drietal vondsten en het maken van enkele fotografische opnames.
In het westelijk profiel was over een lengte van ca. 6 m een puinlaag te zien. Aansluitend tekende zich in het noordelijk profiel dezelfde puinlaag over een lengte van ca. 4 m af. De dikte bedroeg, voor zover waarneembaar, in beide putwanden ca. 1,5 m (fig. 5). Ook de opbouw lijkt op beide plekken gelijkaardig te zijn. Onderaan bestond de vulling overwegend uit groen glauconiethoudend zand en groene tertiaire klei met kleine hoeveelheden vuursteenfragmenten en geelgrijze mortel. De dikte varieert van ca. 50 cm tot ca. 20 cm. Daarop bevond zich een laag die vrijwel uitsluitend uit vuursteenfragmenten en geelgrijze mortel bestond. De dikte schommelt tussen ca. 20 cm en ca. 50 cm. Daarin waren ook fragmenten van tegulae en roze hydraulische mortel aanwezig. Tot slot was het geheel afgedekt door een donkere bruingrijze laag zandige leem waarin delen van de onderliggende puinlaag waren opgenomen. Ook deze laag had een dikte die varieerde van ca. 20 cm tot ca. 50 cm. De bodem van de puinlaag was vrijwel horizontaal, de randen ter hoogte van het meest zuidelijke punt van het westprofiel en het meest oostelijk punt van het noordprofiel waren vrij schuin en helden ca. 45° naar beneden.
Tijdens het observeren van de puinlaag konden een drietal vondsten ingezameld worden. Het betreft twee fragmenten aardewerk en een brokstuk Romeinse mortel. Het eerste aardewerkfragment is een rand van een kookpot van het type Stuart 201B in Tongers rood en gesmookt aardewerk. Het kan slecht globaal in de eerste drie eeuwen van onze tijdrekening gedateerd worden. Het tweede aardewerkfragment is een rand van een gladwandig gesmookte beker, een imitatie van een geverfde beker van het type Niederbieber. Het dateert uit de 3de eeuw. Beide vondsten zijn allicht tijdens het afbreken van de 4de-eeuwse stadsmuur of het uitbreken van zijn fundering in het uitbraakspoor terecht gekomen. Hetzelfde geldt voor het brokstuk Romeinse mortel. In het breukvlak zijn twee lagen verschillend samengestelde roze hydraulische kalkmortels te zien, gescheiden door een naad. Daaruit is af te leiden dat één van beide lagen reeds uitgedroogd was alvorens de tweede laag werd aangebracht. Overigens is op het fragment plaatselijk ook gele kalkmortel te zien
Auteurs: Vanderhoeven, Alain
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Historische stadskern van Tongeren
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Schaetzengaarde V [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983915 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.