Na uitvoering van een proefputtenonderzoek werd het noorden van het terrein geselecteerd voor opgraving. De opgraving leverde resten van bewoning op. De oudste gaan terug tot de periode van de 11de tot 13de eeuw en bestaan uit verscheidene lagen met brandresten. Ze zijn duidelijk te situeren voor de stadsbrand van 1361. Als ze te relateren zijn aan woningbranden, betekent dit dat brand wel vaker voorkwam aan de Nieuwstraat. Na een brand werd het terrein dan genivelleerd en opgehoogd met een zuiver pakket om het opnieuw bouwrijp te maken. Een andere mogelijkheid is dat de lagen met brandresten eerder te interpreteren zijn als vloerniveaus. Na de periode van de 11de tot de 13de eeuw zien we baksteenbouw verschijnen op het terrein. Het oudste muurrestant is te dateren in de late middeleeuwen, maar de meeste muurresten zijn te dateren in de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd, met de nadruk op de 15de tot de 16de eeuw. Deze fase van bebouwing wordt tot slot gevolgd door een fase van bebouwing die we in de nieuwste tijd plaatsen. De uitgevoerde opgraving levert duidelijk bewijs voor het feit dat bebouwing langs de Nieuwstraat reeds ver teruggaat. Verder levert ze aanvullend bewijs voor de gebruikte houtsoorten en het geconsumeerd voedsel tijdens de 12de tot 13de eeuw.