omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 10576
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem zijn zeven archeologische sporen aangetroffen en geregistreerd. Het gaat daarbij om vier greppels en twee paalkuilen. Greppel S1 en paalkuilen S2 en S3 werden aangesneden in werkput 6 (deelgebied 1). In greppel S1 werd een oranje, oxiderend gebakken scherfje teruggevonden dat in de Romeinse periode gedateerd kan worden. Anderzijds werd in deze greppel ook baksteen aangetroffen dat eerder middeleeuws lijkt te zijn. Mogelijk is het scherfje als residueel materiaal in de greppel terechtgekomen. Paalkuilen S2 en S3 hebben een gelijkaardige grijze vulling als de greppel en zijn wellicht gelijktijdig
Greppel S4/5 in deelgebied 2 bevat donkerbruin lemig zand. In de greppel komen naast baksteen en houtskool ook kalkbrokjes voor. Dit doet vermoeden dat de greppel in de post-middeleeuwse periode gesitueerd dient te worden. Andere vondsten werden hierin niet aangetroffen.
In werkput 16 werden twee greppels aangesneden (S6 en S7). De greppels bevinden zich naast elkaar. Greppel S6 is grijs en bruin gevlekt en zowat zuid-noord georiënteerd. In de vulling van deze greppel werd een vroegmiddeleeuwse wandscherf aangetroffen (9de-10de eeuw). Greppel S7 heeft een zuidoost-noordwest oriëntatie en is gevuld met grijze en lichtgrijze lemig zand. Deze greppel leverde geen materiaal op.
Naast de archeologische sporen werden ook muurresten teruggevonden. De meeste muurresten zijn gevoegd met grijze cementmortel en zijn te dateren in de 19de/20ste eeuw en veelal te linken aan toenmalige bebouwing op het terrein. Twee muren (één in werkput 4 en één in werkput 12) zijn gevoegd met gele kalkmortel en zijn mogelijk ouder. Deze muren zijn evenwel deels verstoord door recentere bodemingrepen.
Ter hoogte van deelgebied 4 werd een schuilbunker uit Wereldoorlog II aan het licht gebracht.
Een groot deel van de onderzochte proefsleuven zijn zwaar verstoord door de toenmalige bebouwing op het terrein, of door het verwijderen van deze bebouwing. De verstoorde zones komen vaak overeen met de zones waar de bebouwing uit de 20ste eeuw aanwezig was.
Het proefsleuvenonderzoek leverde te weinig relevante archeologische sporen en muurresten op om te kunnen spreken van een waardevolle archeologische vindplaats. Bovendien heeft het proefsleuvenonderzoek aangetoond dat een groot deel van het terrein zwaar verstoord is.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Indar
Beschrijving:
Het gaat om een schuilbunker uit WO II met een totale oppervlakte van 64 m². De buitenste muren zijn ca. 100 cm dik, met een extra verbreding van ca. 50 cm op een diepte van 60 cm, en bestaan uit gewapend beton. De binnenruimte bedraagt ca. 32 m². In deze binnenruimte zijn vier massieve muren uit gewapend beton die de bunker verdeelt in meerdere compartimenten. De binnenmuren zijn ca. 75 cm dik. Onderaan is een gebetonneerde en gewapende vloer aangebracht, op een diepte van ca. 47,0 m +TAW.
Oorspronkelijk was er een opening in de smalle zuidwestelijke zijde. Deze is in een recente periode dichtgemetseld met bakstenen. Ook bleek het dak niet meer origineel te zijn en uit dunne beton met aardewerkpotten te bestaan. Dit wijst erop dat de bunker reeds in een recent verleden is opengelegd en terug afgedekt is. In de noordoostelijke hoek zijn nog nutsleidingen aanwezig.
Is deel van
Historische stadskern van Tielt
Is deel van
School- en kloostercomplex Regina Pacis
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Collegesite (Fase 1) [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983959 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.