is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 8339
Deze aanduiding is geldig sinds
Het archeologisch booronderzoek, uitgevoerd in een grid van 5x6m, kon de aanwezigheid van een oeverwal of kronkelwaardrug niet bevestigen. Wellicht bevond het projectgebied zich net op de rand van de oeverwal. Er werden dan ook geen steentijdindicatoren aangetroffen.
De proefsleuven brachten in hoofdzaak sporen van landindeling aan het licht. Greppels, grachten, een watervoerende structuur, een depositie en enkele kuilen zijn allen terug te voeren tot de late middeleeuwen/nieuwe tijd.
Auteurs: Zeebroek, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Verschillende greppel- en grachtsegmenten zijn aangetroffen. De meerderheid dateren uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd gezien hun oriëntatie gelijk aan de perceelsgrenzen . Eén greppel bevat vondsten uit de 14de-16de eeuw.
Een zestal greppels hebben een afwijkende oriëntatie en dateren wellicht iets ouder. Er is evenwel geen vondstenmateriaal aangetroffen.
Een weg wordt gekenmerkt door lineaire bodemsporen en een sterk gecompacteerde bodem. De sporen worden geflankeerd door een gracht. De locatie en het verloop komen overeen met een landweg op cartografische bronnen.
Een ingegraven rechtopstaande grape bevatte een baksteen en dateert in de late middeleeuwen/nieuwe tijd.
Enkele rechthoekige kuilen volgen de oriëntatie van de perceelsgrenzen en kunnen wellicht gekoppeld worden aan landbouwactiviteiten.
Een grote waterdragende structuur van 5,5x3,5m bleef nog 70 cm diep bewaard en kende verschillende dempingsfasen. Een kwart van de structuur werd gecoupeerd. Er was geen gebruiksfase aanwezig en geen vondstenmateriaal.