is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12898
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens de eerste fase van het proefsleuvenonderzoek werd 2772m2 onderzocht.
Er werden 18 sporen aangetroffen waarvan 9 uit de Romeinse periode dateren: 8 kuilen, 3 paalsporen en 1 brede gracht. 6 sporen nl. 3 greppels en 3 kuilen kunnen niet nader gedateerd worden dan metaaltijden-Romeinse periode.
De Romeinse gracht bevindt zich in de westelijke hoek van het terrein en heeft een NW-ZO oriëntatie, haaks op de Leie. De gracht is maximaal 12,22m breed en 1,56m diep.
Op basis van de verspreiding van het aangetroffen sporenbestand mag verwacht worden dat de site zich zowel in noordelijke, oostelijke, zuidelijke als westelijke richting kan verderzetten.
Auteurs: Lemay, Nancy
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In de westelijke zone gaat het om afgeronde rechthoekige tot ovale kuilen of grote paalsporen met een bruine tot bruingrijze opvulling en een vage aflijning, wat kan wijzen op een bepaalde ouderdom. In de noordoostelijke hoek zijn ook (paal)kuilen aangetroffen. Tussen de sporen onderling is geen duidelijk verband waargenomen maar qua opvulling zijn ze wel gelijkaardig aan elkaar. De vulling van de sporen lijkt op de sporen in de westelijke zone, met een sterk uitgeloogde bruine tot bruingrijze opvulling. Uit één van de sporen werd 1 handgevormde wandscherf gerecupereerd en in het midden van het kijkvenster zijn twee fragmenten van een bodem als losse vondst ingemeten. Dit materiaal doet een datering in de metaaltijden vermoeden, maar mogelijks ook recenter.
De oudste sporen dateren uit de late ijzertijd en bestaan met zekerheid uit 2 vierpostenspiekers. Mogelijk zijn er nog twee vierpostenspiekers aanwezig maar de kans is bestaande dat beide structuren een groter geheel vormen. Algemeen kan aangenomen worden dat het gaat om een deel van een doorsnee woonerf uit de late ijzertijd.
Beschrijving:
Na de midden-Romeinse periode lijkt in ieder geval een deel van het terrein overspoeld, mogelijk door het uit de oevers treden van de Leie. Dit onstabiele karakter van het landschap kan er voor gezorgd hebben dat pas er pas weer vanaf de late middeleeuwen occupatie op het terrein aanwezig is. Voor deze periode werd 1 vierpostenspieker aangetroffen. Op het einde van de late middeleeuwen – begin nieuwe tijd werd er een grachtensysteem aangelegd dat zeker tot de 19de eeuw doorleefde. Binnen dit systeem werden gedurende de nieuwe tijd tot nieuwste tijd verschillende kuilen aangelegd die mogelijk in verband staan met de diverse bouwfases van het Heilig Huizeke.
Beschrijving:
De Romeinse gracht situeert zich in de westelijke hoek van het terrein en heeft een NW-ZO oriëntatie, haaks op de Leie. De gracht is maximaal 12,22m breed en is 1,56m diep.
In coupe bleek de gracht over een gelaagde opvulling te beschikken, met onderaan een dunne humeuze laag. Tijdens dit onderzoek werd reeds besloten om 2 pollenstalen en 2 bulkstalen van de gracht in te zamelen.
Uit de midden-Romeinse periode zijn een grachtensysteem, dat haaks op de Leie georiënteerd staat, en een parallel liggend gebouw aangetroffen. Het gebouwtype komt niet overeen met de gekende woonstructuren in de regio waardoor een andere functie van het gebouw wordt verwacht. Bovendien zijn er voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat deze sporen deel uitmaken van een groter geheel dat enige status bezat en mogelijk in verband staat met handel van goederen. Op het terrein werd ook een mogelijke offerkuil uit de laat-Romeinse periode opgegraven.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Slingerstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983998 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.