Tijdens de vlakdekkende opgraving werden in totaal 23 archeologische sporen aangeduid en beschreven. De archeologische sporen kunnen globaal in volgende categorieën opgedeeld worden: paalkuilen, greppel/gracht, depositiekuil en overige kuilen. Daarnaast werd een zone met bodemontwikkeling als spoor waargenomen en geregistreerd.

Spoor SP8 vormde de aanleiding voor deze opgraving en werd tijdens het vooronderzoek geïnterpreteerd als een mogelijk Neolithisch graf. Uit de opgraving blijkt echter dat dit helemaal niet zeker is en dat het mogelijk geen Neolithisch graf maar eerder een rituele depositie betreft. In de kuil werden namelijk al dan niet zwaar verbrande bijl(kling)en en schrabbers aangetroffen die wellicht intentioneel in de kuil terecht zijn gekomen. De belangrijkste werktuigen, bijl(kling)en en schrabbers, zijn beide werktuigvormen die werden gebruikt om hout te bewerken, zoals bijvoorbeeld bij het rooien van bomen en bij het timmerwerk tijdens het bouwen van een boerderij. Op basis van de typologische kenmerken en de 14C-datering kan het geheel in het begin van het vierde millennium voor Christus (begin midden-neolithicum) geplaatst worden.

Eén losse vondst is een middenpaleolithische levalloisafslag dat duidelijk een afwijkende plaats inneemt in vergelijking met de andere artefacten uit het midden-neolithicum.

De depositiekuil wordt omgeven door een zone met bodemontwikkeling dat vermoedelijk te interpreteren is als een depressie. Het centrale deel, de zone binnen de depressie, was mogelijk opgehoogd met een heuvellichaam of omzoomd door een wal, opgeworpen met het materiaal dat uit de gracht werd gewonnen om zo de plaats waar de rituele depositie heeft plaatsgevonden te accentueren of langdurig zichtbaar te maken in het landschap.

De datering van de andere sporen is onduidelijk door het ontbreken van dateerbaar vondstmateriaal, maar de meeste sporen kunnen wellicht niet vroeger gedateerd worden dan de middeleeuwen. De paalkuilen (of mogelijke paalkuilen) komen verspreid voor over het terrein en behoren wellicht niet toe tot een structuur. Het gaat vermoedelijk om ‘losse’, tijdelijk ingeheide palen.