waarneming

Panisdries

archeologisch element
ID
984030
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984030

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 8696
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Het onderzoeksgebied, circa 1.529 m² groot, maakt deel uit van een veel groter plangebied, gelegen tussen de straten Koersel‐Dorp, Asbergstraat, Sportlaan en Windmolenstraat. Het grootste deel van het plangebied kon na het proefsleuvenonderzoek vrijgegeven worden voor verdere ontwikkeling.

De opgraving heeft een variatie aan archeologische sporen opgeleverd, waaronder paalkuilen (n=60), kuilen (24), greppels (19), karrensporen (5) en enkele spitsporen (2). De paalkuilen liggen vrij verspreid over het onderzoeksgebied. Er zijn in het onderzoeksgebied geen structuren (zoals bijvoorbeeld gebouwplattegronden) herkend in het gedocumenteerde sporenensemble. Mogelijk zijn wel enkele palenrijen aanwezig die aan de landinrichting kunnen gerelateerd worden, echter zijn te weinig sporen overgeleverd om hier met enige zekerheid uitspraken over te kunnen doen.

Wel wordt vermoed dat de aanwezige (vondstloze) paalsporen horen bij de overige grondsporen in het onderzoeksgebied en in dezelfde periode dateren. Een hoeveelheid kuilen en greppels heeft vondstmateriaal opgeleverd. Dit vondstmateriaal is allemaal in de Late Middeleeuwen en het begin van de Nieuwe tijd te dateren. Overige perioden ontbreken. Bij de kuilen zijn geen bijzondere kuilen of kuilen met een bijzondere inhoud aanwezig.

Vermeldenswaardig is het aantreffen van een houtskoolmeiler en een vermoedelijke houtskoolmeiler tijdens het vooronderzoek. Gelijkaardige kuilen zijn bij de opgraving niet meer aangetroffen. Houtskoolmeilers zijn het overblijfsel van structuren waar in het verleden houtskool in werd geproduceerd. Meilers komen wijd verspreid voor en zijn een off‐site fenomeen. Meiler S 9.15 werd ten tijde van het vooronderzoek bemonsterd en in de uitwerking van de opgraving geanalyseerd. Een verkoold eikentakje werd middels 14C gedateerd. Dit leverde een vermoedelijke datering in de periode 1039‐1210 n. Chr. op. Voorts werd het houtskool uit kuil S 31 eveneens aan een 14C‐onderzoek onderworpen. Dit leverde een vermoedelijke datering circa 1308‐1425 op, wat goed aansluit bij de aardewerkdateringen uit het onderzoek.

De voornaamste greppels in het onderzoeksgebied maken deel uit van hetzelfde greppel‐ of kavelsysteem. Ze zijn ONO‐WZW of haaks erop georiënteerd. Een aantal greppels (en nog andere greppels) waren reeds aangesneden tijdens het vooronderzoek, alle met dezelfde oriëntaties. De allesporenkaarten van het proefsleuvenonderzoek en het definitieve onderzoek werden geplot op een aantal historische kaarten. Een precieze correlatie valt niet te maken. Vaak komt de oriëntatie met de percelen of de wegen op het kaartmateriaal wel overeen. Aangenomen wordt dat de greppels in het onderzoeksgebied te relateren zijn aan een oude landindeling, ouder dan de oudste historische kaarten. Dit correleert met de aardewerkdateringen waarover we beschikken, die wijzen op een datering in de 15e‐16e eeuw. Indirect betekent dit ook dat de aanwezige aarden weg van oorsprong ouder is dan de oudste overgeleverde kaart (waar de weg op staat afgebeeld), aangezien de kavelgreppels op de betreffende landweg zijn georiënteerd.

Bijzondere vondsten zijn niet aangetroffen. Het aardewerk dat tijdens het onderzoek kon ingezameld worden, heeft zonder uitzondering een datering in de Late Middeleeuwen tot mogelijk het begin van de Nieuwe tijd. Bij het natuursteen zit een vrij zware platte steen, zonder duidelijke sporen van gebruik. De steen is afkomstig uit een laatmiddeleeuwse kuil. De twee metaalvondsten zijn detectorvondsten, aangetroffen in de bouwvoor. Het betreft een 16e eeuwse munt en een ronde ijzeren gesp met een vermoedelijke datering in de 15e-16e eeuw. Beide dateringen sluiten min of meer aan bij de aardewerkdateringen. Mogelijk horen beide objecten uit de bouwvoor met andere woorden bij de onderliggende vindplaats. Het ingezamelde dierlijk botmateriaal tot slot is afkomstig uit enkele kuilen en betreft gebitselementen van runderen. De conservering ervan is slecht te noemen.



Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)

sporen late middeleeuwen tot nieuwe tijd

Datering: 15de eeuw, 16de eeuw, late middeleeuwen, nieuwe tijd
Typologie: houtskoolbranderijen, karrensporen, kuilen, meilers, munten, onverharde wegen, paalkuilen, perceelsgreppels
Materiaal: aardewerk, houtskool, metaal, natuursteen, plantaardig materiaal
Gebeurtenis:

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Panisdries [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984030 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.