Tijdens de archeologische werfbegeleiding werden de archeologische resten van de (laatmiddeleeuwse) stadsomwalling van Bilzen aangetroffen.

Onder de recente puinlaag (S1), afkomstig van de afbraak van de bovenstaande bebouwing, ligt het egalisatiepakket (S2) dat gerelateerd kan worden aan het dempen van de stadsgracht en aan het verwijderen van de stadsomwalling tussen 1819 en 1822. Het projectgebied is op het Primitief Kadaster gelegen op een bijna volledig onbebouwd terrein onmiddellijk ten oosten van de gedempte gracht, die nog zichtbaar en gedeeltelijk met water gevuld is ten zuidoosten van ons terrein, tussen de houten brug op de weg naar Hoeselt en de huidige Demerwal, die op het kadasterplan als Stadswallen - zoals de huidige Korenwal - aangeduid is.

Hieruit kan afgeleid worden dat het onderzoeksgebied zich in de onmiddellijke nabijheid van de stadsomwalling bevindt en op de wal of net ten oosten ervan gelegen is. De ophogingslaag of grote kuil (S7) ligt onmiddellijk onder het egalisatiepakket. Van dit spoor kwamen geen vondsten en er kan enkel op basis van de stratigrafische positie een relatieve datering voorgesteld worden.

Het spoor is recenter dan het 19de-eeuwse egalisatiepakket en ouder dan de gracht (S5) die door de kuil wordt aangesneden. Deze gracht, die NNW-ZZO georiënteerd is en evenwijdig met de Korenwal loopt, doorsnijdt de twee ophogingspakketten (S3 en S4), die gedateerd kunnen worden vanaf de 13de eeuw op basis van aangetroffen vondsten.

De gracht dus kan een datering hebben van de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd. Door de zichtbare vochtbandjes in de eerste 50 cm van de diepe bodem van de geul kan afgeleid worden dat de gracht lang in gebruik is geweest. Ondanks het feit dat de functie van deze gracht onduidelijk blijft, kan het spoor - op basis van de ligging- gerelateerd worden aan de verdedigingselementen van de stad. De onderzijde van de gracht bevindt zich in een horizontale cultuurlaag (S6). Dit was vermoedelijk de bouwvoor (en het maaiveld) voorafgaand aan de aanleg van de stadswal. Dit pakket komt horizontaal in alle vier profielen voor. Uit deze laag kwamen geen vondsten en de laag kan enkel op basis van de stratigrafische positie gedateerd worden, ouder dan de eerste aanleg van de stadsomwalling. Daaronder bevindt zicht de moederbodem, aangetroffen op ca. 56,73 m TAW.