In de proefsleuf is zoals verwacht een walgracht aangetroffen. Vanaf een diepte van 1,40 m t.o.v. het maaiveld kwam er geleidelijk aan grondwater binnen in de proefsleuf. Plaatselijk is de onderzijde van de gracht bereikt, op een maximale diepte van 1,65 m t.o.v. het maaiveld.

De gracht was maximaal 10,8 m breed en komvormig in doorsnede. Onder de 30cm dikke ploeglaag bevindt zich een scherp afgelijnd pakket, bestaande uit recent puin met o.a. industriële baksteenfragmenten en plastiek. Hieronder zijn nog 3 onderscheiden grachtvullingen geïdentificeerd. De aanwezigheid van plastiek doet vermoeden dat deze laag later dan het dempen van de walgracht in 1939 werd aangevoerd.

De gracht werd niet in één keer gedempt maar over een periode en met verschillende types van grond. Dit maakt dat elke opvulling duidelijk herkenbaar is. Verder kunnen wij ook afleiden dat de gracht voornamelijk aan de zijde weg van de hoeve opgevuld werd.

Uit de verschillende pakketten van de walgracht kon slechts een beperkte hoeveelheid aardewerk gerecupereerd worden. Er werden geen andere vondstcategorieën zoals metalen objecten of botmateriaal aangetroffen. Uit een diepere laag kwamen drie scherven rood aardewerk met dik aangebrachte loodglazuur. Het gaat achtereenvolgens om een rand van een kom, een rand van een bord/schaal, een niet nader te bepalen wandscherf. Naast deze scherven werd ook een fragment van een dakpan aangetroffen. Deze vondsten laten een vroegste datering toe in de Nieuwe Tijd (eind 16de-17de eeuw). Aangezien de oudste, historische vermelding van de hoeve teruggaat tot de 1ste helft 16de eeuw is het hier goed mogelijk dat het hier een oorspronkelijke laag van de walgracht betreft.

Een nog diepere laag bevatte enkele scherven industrieel wit aardewerk en één grijsbakken scherf. De grijsbakken scherf is niet laatmiddeleeuws en vermoedelijk betreft het hier een relatief recent fragment van een dakpan. Deze scherven mogen we dateren op het eind van de 19de en begin 20ste eeuw. Dit wijst erop dat alles ter hoogte van deze laag in die tijdspanne werd gedempt. Er is geen zekerheid of deze laag behoort tot het definitieve
dempen van de walgracht in 1939. Hoogstwaarschijnlijk werd de walgracht, op een moment dat die reeds grotendeels was dichtgeslibd, centraal uitgekuist waarbij deze erna met deze diepe laag werd gedempt. Mogelijk zijn twee hogere lagen uit dezelfde periode, maar ze kunnen ook dateren
van het definitieve dempen van de gracht in 1939.