waarneming

Losschaert

archeologisch element
ID
984206
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984206

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 4276
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Bij een vlakdekkende archeologische opgraving kwamen sporen en vondsten aan het licht die wijzen op bewoning en andere menselijke activiteiten van de metaaltijden tot in de nieuwste tijd. Er werden duidelijke nederzettingen en erven aangesneden uit de ijzertijd, de Romeinse tijd, de Karolingische periode en de volle middeleeuwen.

De oudste duidelijke bewoningssporen op de site zijn te dateren in de ijzertijd. Het betreft gebouwplattegronden van mogelijke portiekgebouwen (hoofdgebouwen) en van bijgebouwen, naast mogelijks enkele greppels. Deze sporen worden gedateerd in de 2de en 1ste eeuw v. Chr. en worden geïnterpreteerd als een nederzetting omgeven door een greppel.

De hoofdmoot van de sporen is te relateren aan de Romeinse periode. Uit deze periode zijn vier hoofdgebouwen aangetroffen, waarvan er drie niet binnen een omliggende greppel lagen. Deze bevinding stelt het beeld van de gestructureerde nederzettingen in het zuiden van de Civitas Menapiorum bij. De nederzetting in Zwevegem ontstond waarschijnlijk aan het einde van de 1ste eeuw n. Chr. en werd verlaten omstreeks 250. Naast de gebouwen zijn uit de Romeinse periode ook verschillende wegtracés aangesneden en werden 61 brandrestengraven ontdekt. Op de site kwamen bovendien twee aarden grafmonumenten aan het licht.

Uit de vroege middeleeuwen kwamen ook sporen van bewoning aan de oppervlakte. Merovingische aardewerkvondsten wijzen op de aanwezigheid van occupatie in deze periode, maar er zijn geen duidelijke grondsporen hieraan te relateren. Vanaf de Karolingische periode zijn er wel duidelijke bewoningsporen in de vorm van twee hoofdgebouwen, vier waterputten, hergebruikte Romeinse wegtracés en concentraties van metaalslakken die mogelijks wijzen op ambachtelijke activiteiten. 

In de volle middeleeuwen bevonden zich op het terrein twee erven met een afbakenende greppel. Eén van de erven heeft meerdere occupatiefases gekend. Dit erf wordt gekenmerkt door verschillende plattegronden van een hoofdgebouw, bijgebouwen en een waterput. Het erf werd omgeven door een erfgreppel. In de 13de eeuw werd de nederzetting verlaten, waarschijnlijk bij de oprichting van een site met walgracht net ten oosten van het opgravingsterrein. 

Uit latere perioden zijn slechts enkele kuilen en greppels waargenomen, maar geen duidelijke bewoningssporen meer. De postmiddeleeuwse greppels komen overeen met perceelsgrenzen die te zien zijn op historische kaarten vanaf de 19de eeuw.

Tenslotte kwamen er nog enkele sporen uit de Eerste Wereldoorlog aan het licht. Het betreft de restanten van een loopgraaf met schutterspost, inslagkraters en enkele afvalkuilen.


Auteurs: Geussens, Liesbeth; Bakx, Ron; Hertoghs, Sarah
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

(Post)middeleeuwse archeologische objecten

Datering: middeleeuwen
Typologie: bevestigingselementen, vaatwerk, werktuigen
Materiaal: aardewerk, hout, metaal, natuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Vondsten uit de (post)middeleeuwse sporen:
-Aardewerk: een 800-tal scherven. Voorkomende bakseltypes zijn grijs, vroegrood, roodbakkend, witbakkend, hoogversierd en Maaslands aardewerk, naast de recentere types zoals steengoed, pijpaarde, porselein, faience, industrieel wit en Engels industrieel aardewerk. Naast vaatwerk (kook- en tafelwaar) komen ook kamerpotten, een vuurklok en tabakspijpen voor.
-Metaal: staaf, lemmet van een mes, nagels.
-Natuursteen: maalstenen.
-Hout: ladders (in een waterkuil gevonden), bodem van een ton.

Eerste Wereldoorlog

Datering: WO I
Typologie: afvalkuilen, kraters, loopgraven, schietstanden, vaatwerk, wapens en munitie
Materiaal: aardewerk, glas, hout, metaal
Thema: Erfgoed Eerste Wereldoorlog
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Restanten van een loopgraaf met geschutspositie. In de buurt van de schietstand had de loopgraaf een houten beschoeiing bestaande uit houten paaltjes met daartussen vlechtwerk van wilgentakken. Ook twee grote, ingegraven palen werden gerecupereerd ter hoogte van de geschutskamer die mogelijks een dakconstructie droegen. Op de bodem van de loopgraaf werd een metalen buis aangetroffen die omkapseld was met bakstenen. De functie van deze constructie is onduidelijk. Andere vondsten uit de loopgraaf zijn zeldzaam en beperken zich tot kogelhulzen.
Verdere waarnemingen zijn verschillende concentraties van granaatinslagen met een geassocieerde, afgevuurde Duitse obus, en verschillende kuilen waarvan er één als afvalkuil kan worden geïnterpreteerd. Deze kuil bevatte voornamelijk glaswerk, ijzerdraad en enkele aardewerkscherven.

IJzertijdoccupatie

Datering: late ijzertijd (westen)
Typologie: erven, fermes indigènes, gebouwplattegronden, greppels, paalkuilen, spijkers, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Gebouwplattegronden van twee vermoedelijke portiekgebouwen en minstens twee vierpalige bijgebouwen (spijkers). Greppels die een enclosure vormen waarbinnen één vierpalige structuur werd gevonden. Waarschijnlijk gaat het om de begrenzing van een woonerf (een zogenaamde ferme indigène) dat zich verder buiten de opgravingszone uitstrekt.
In deze sporen werden 170 scherven handgevormd aardewerk, gemagerd met chamotte, teruggevonden. De scherven bevestigen dat er op de site een occupatiefase in de late ijzertijd was, vermoedelijk in de 3de-2de eeuw tot in de 1ste eeuw v. Chr.

Karolingische nederzetting

Datering: Karolingische periode
Typologie: ambachtelijke objecten, depressies, erven, gebouwplattegronden, greppels, kuilen, nederzettingen, voorraadkuilen, waterputten, wegen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Gebouwplattegronden van twee vermoedelijke hoofdgebouwen en verschillende bijgebouwen. In de nabijheid van de gebouwplattegronden werden verschillende grote kuilen aangesneden die geïnterpreteerd kunnen worden als voorraadkuilen. Een wegtracé dat al in de Romeinse periode in gebruik was lijkt ook te passen in de inrichting van het Karolingische erf, waardoor het aannemelijk is dat de weg ook in deze periode nog werd gebruikt. Ook verschillende depresssies met relatief veel vondstmateriaal werden waargenomen. Mogelijks hadden deze kuilen tot doel water op te vangen voor ambachtelijke activiteiten of voor het vee. Daarnaast kwamen vier waterputten aan het licht met een houten bekisting, die op basis van 14C-dateringen aan het einde van de Karolingische periode konden worden geplaatst. Mogelijk zijn al deze sporen de neerslag van één woonerf dat gedurende verschillende generaties in gebruik was.
Een grote concentratie van metaalslakken wijst er tenslotte op dat er in de Karolingische periode ijzer werd gesmeed op het terrein.

Laatmiddeleeuwse sporen

Datering: late middeleeuwen
Typologie: greppels, kuilen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Enkele kuilen met relatief veel aardewerk in de vulling, waarschijnlijk te relateren aan bewoning die buiten het opgravingsterrein valt. Ook verschillende greppels werden aangesneden die waarschijnlijk dienden om water af te voeren of percelen aan te duiden.

Lithische artefacten

Datering: laatneolithicum, middenmesolithicum, middenneolithicum, nieuwe tijd, vroege bronstijd, vroegmesolithicum
Typologie: jachtobjecten, wapens en munitie, werktuigen
Materiaal: lithisch materiaal, vuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
58 fragmenten vuursteen, waarvan ongeveer de helft debitageresten (afslagen, (micro)klingen, kernen en brokstukken). Een derde van de fragmenten vertoont retouches. Het gaat vooral om ad hoc geretoucheerde werktuigen. Formele werktuigen zijn drie pijlpunten/microlieten, vijf schrabbers en een boortje. Ook twee (fragmenten van) gepolijste bijlen zijn gerecupereerd. De vondsten tonen aan dat er werktuigproductie ter plaatse heeft plaats gevonden. Ze kunnen worden gedateerd van het mesolithicum tot in de bronstijd, waardoor wordt aangenomen dat er verschillende prehistorische occupatiefases in het gebied zijn geweest. Vermoedelijk bleef de bewoning beperkt tot individuele huisplaatsen die één generatie in gebruik bleven.
Daarnaast werd ook één mogelijke geweerkei aangetroffen die gedateerd kan worden in de 17de en 18de eeuw n. Chr.

Merovingische vondsten

Datering: Merovingische periode
Typologie: kuilen, paalkuilen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Negen aardewerkscherven uit twee kuilen die gedateerd kunnen worden in de Merovingische periode. De kuilen kunnen in een rij met twee andere paalkuilen geplaatst worden. Op basis van de aanwezigheid van deze scherven kan gesteld worden dat er in de onmiddellijke nabijheid van het projectgebied Merovingische bewoning aanwezig was.

Postmiddeleeuwse sporen

Datering: nieuwe tijd, nieuwste tijd
Typologie: greppels, karrensporen, kuilen, paalsporen, wegen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Greppels waarvan de loop overeenkomt met perceelsgrenzen op historische kaarten vanaf de 19de eeuw. Wegtracés geïdentificeerd aan de hand van karrensporen, waarvan er één overeen komt met een weg op historische kaarten sinds de 19de eeuw. Een rij paalsporen die in verband kan gebracht worden met een gebouw op historische kaarten. Verschillende kuilen met postmiddeleeuws aardewerk die mogelijks verband houden met landbouwactiviteiten in de omgeving.

Romeinse archeologische objecten

Datering: Midden-Romeinse tijd
Typologie: bevestigingselementen, bouwmaterialen, kleding en -accessoires, sieraden, vaatwerk, versieringsonderdelen van voorwerpen, werktuigen
Materiaal: aardewerk, glas, metaal, natuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Vondsten uit de Romeinse sporen:
-Aardewerk: onder andere Gallische terra sigillata, Belgische waar (terra nigra), Keulse geverfde waar, fijn/gewoon oxiderend gebakken aardewerk, pompejaans rood, gewoon reducerend gebakken aardewerk, amforen, mortaria, dolia en lokaal handgevormd aardewerk. Het vormenspectrum bestaat voornamelijk uit kook- en tafelvormen.
-Bouwkeramiek: tegulae en imbrices, waarvan één volledige daktegel met indruk van een schoenzool. Deze vondsten wijzen er op dat de Romeinse gebouwen ten minste gedeeltelijk met dakpannen waren bedekt.
-Metaal: fibulae, armband, (schoen)nagels, sleutels, miniatuurhamer, disselhamer, beslag van een emmer.
-Natuursteen: maal- en slijpstenen.
-Glas: bord met standring, aryballos, unguentarium, kralen.
-Hout: kam.

Romeinse funeraire sporen

Datering: Midden-Romeinse tijd, Vroeg-Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven, funerair gerelateerde constructies, kleding en -accessoires, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, glas, metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
61 brandrestengraven en twee grafconstructies in de vorm van greppelstructuren, evenwel zonder graven in het omsloten areaal (waarschijnlijk te wijten aan de slechte bewaringsomstandigheden). De brandrestengraven komen eerder gespreid voor in kleine clusters, waardoor er waarschijnlijk geen sprake was van een centraal grafveld. De graven komen voornamelijk voor langs de greppels van de enclosures en zijn niet geconcentreerd langs wegtracés. Grafgiften bestaan voornamelijk uit aardewerk; volledige recipiënten werden in of op het houtskoolpakket geplaatst of in een nis naast of onder de grafkuil. Naast het aardewerk zijn ook glazen vaatwerk, een kam en fibulae aangetroffen als grafgiften. Ook kleine nagels zijn gerecupereerd: dit zijn nagels van spijkerschoenen.

Romeinse nederzetting

Datering: Romeinse tijd
Typologie: gebouwplattegronden, greppels, nederzettingen, poelen, silo's, waterputten, wegen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Tracés van verschillende Romeinse landwegen. Greppels die in het totaal minstens zes enclosures vormen en die vermoedelijk inheemse woonkernen afbakenden; binnen de enclosures zijn in sommige gevallen sporen van bewoning gevonden in de vorm van plattegronden van hoofdgebouwen (maar geen bijgebouwen), waterputten, poelen, silo's en brandrestengraven. Ook buiten de enclosures kwamen gebouwplattegronden, greppels en waterpoelen voor.

Volmiddeleeuwse nederzettingen

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: erven, gebouwplattegronden, karrensporen, nederzettingen, perceelsgreppels, waterkuilen, waterputten
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Sporen van twee volmiddeleeuwse erven met een hoofdgebouw en bijgebouwen omgeven door een greppel. Erfelementen zijn onder andere waterkuilen en -putten met putmik. Op het westelijke erf zijn ook karrensporen waargenomen. In het westelijke erf zijn bovendien meerdere bouwfasen zichtbaar in zowel de locatie/plattegrond van het hoofdgebouw als de ligging van de greppels die het erf afbakenden.


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Losschaert [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984206 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.