Fluxys Tessenderlo-Diest WP37
archeologisch element- ID
- 984232
- URI
- https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984232
Beschrijving
Bij de archeologische begeleiding van de aanleg van een aardgasleiding werden in deze zone van het tracé (werkput 37) sporen gevonden uit de volle middeleeuwen en de late middeleeuwen of recenter.
Uit de volle middeleeuwen werden paalkuilen, greppels, een met hout beschoeide waterput en een mogelijke waterkuil aangesneden. In de paalkuilen werd geen structuur herkend, maar twee van de greppels werden wel geïdentificeerd als erfafbakening. Aardewerk in de sporen dateert de site nauwkeurig tussen 1075 en 1125. Vermoedelijk betreft de site een deel van een volmiddeleeuws woonerf.
De andere sporen, met name paalkuilen en een greppel, werden op basis van baksteeninclusies gedateerd vanaf de late middeleeuwen.
Auteurs: Geussens, Liesbeth
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Grondsporen vanaf late middeleeuwen
Datering: late middeleeuwen, nieuwe tijdTypologie: greppels, paalkuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:
- Archeologisch onderzoek Fluxys Tessenderlo-Diest
- archeologische opgravingen: van tot
- Bron: Van de Staey I. en Driesen P. 2022, Archeologische begeleiding i.k.v. de aanleg van de aardgasvoerleiding Tessenderlo-Diest: Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Fluxys nv, ARON Rapport 1135, Tongeren.
Literatuur ()
Beschrijving:
Drie paalkuilen en een greppel met fragmenten van baksteen in de vulling. Een datering vanaf de late middeleeuwen wordt gehanteerd.
Volmiddeleeuws erf
Datering: volle middeleeuwenTypologie: erven, paalkuilen, perceelsgreppels, waterkuilen, waterputten
Materiaal: aardewerk, hout
Gebeurtenis:
- Archeologisch onderzoek Fluxys Tessenderlo-Diest
- archeologische opgravingen: van tot
- Bron: Van de Staey I. en Driesen P. 2022, Archeologische begeleiding i.k.v. de aanleg van de aardgasvoerleiding Tessenderlo-Diest: Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Fluxys nv, ARON Rapport 1135, Tongeren.
Literatuur ()
Beschrijving:
Greppels, mogelijks erfafbakening, met daartussen één waterput (zichtbaar als een uitbraakspoor), één mogelijke waterkuil en enkele paalkuilen en greppels. Onderaan de waterput waren de resten van de houten beschoeiing zichtbaar. In de paalkuilen konden geen structuren worden opgemerkt. In vijf sporen werd aardewerk aangetroffen, naast fragmenten van ijzerzandsteen en zandsteen. Voorkomende bakseltypes zijn Maaslands aardewerk en het zogenaamde geel aardewerk uit Zuid-Limburg. Op basis van het aardewerk wordt de site gedateerd tussen 1075 en 1125.