is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 13964
Deze aanduiding is geldig sinds
Bij de archeologische begeleiding van de aanleg van een aardgasleiding werden in deze zone van het tracé (werkput 50) sporen en vondsten aangetroffen uit het mesolithicum, de late bronstijd en de postmiddeleeuwse periode.
Uit het mesolithicum werd een concentratie van lithische artefacten ontdekt, met onder andere (micro)klingen, een marebladspits en schrabbers. De vondsten concentreerden zich op een hoger gelegen zandrug ten oosten van de vallei van de Demer. De vondsten waren echter al sterk verploegd.
Daarnaast kwam een nederzetting uit de late bronstijd aan het licht, met verschillende sporen die duidelijk wijzen op de aanwezigheid van een erf. Het betreft paalkuilen die minstens zeven plattegronden vormen, waaronder die van een hoofdgebouw, een bijgebouw en verschillende spijkers. Andere sporen zijn een cluster van silo's. Vondsten omvatten voornamelijk handgevormd aardewerk en mogelijks de restanten van een natuurstenen maalsteen.
Tenslotte werden twee greppels aangesneden die roodbakkend aardewerk en baksteenfragmenten bevatten. Omdat de greppels gelijklopen met de huidige perceelsgrenzen worden ze geïnterpreteerd als postmiddeleeuwse perceelsgreppels.
Auteurs: Geussens, Liesbeth
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Concentratie van 138 lithische artefacten, zowel uit vuursteen als uit Wommersomkwartsiet. Voorkomende vormen zijn onder andere afslagen (waaronder sommige geretoucheerd), (micro)klingen, kernen, schrabbers, een montbanikling en een marebladspits. Vermoedelijk dateren deze vondsten uit het middenmesolithicum.
Beschrijving:
Cluster van silo's en paalkuilen. In de paalkuilen konden zeven gebouwplattegronden worden geïdentificeerd, waarvan één mogelijks een hoofdgebouw. Andere gebouwen zijn één vermoedelijk bijgebouw en vijf spijkers. In de sporen werd dikwandig, handgevormd aardewerk verschraald met chamotte gerecupereerd. Ook enkele oudere scherven met kwartsverschraling komen voor. Fragmenten van tefriet in één silo zijn waarschijnlijk afkomstig van een maalsteen. In een andere silo werd een bijna archeologisch complete schräghalspot en een Harpstedt-achtige pot gerecupereerd. Voor de overige sporen, allen kuilen of paalkuilen, kon geen duidelijke functie herkend worden.
Beschrijving:
Twee parallelle greppels, gelijklopend met de huidige perceelsgrenzen, en twee kuilen met onduidelijke functie. Vondsten uit deze sporen zijn fragmenten van roodbakkend aardewerk en baksteen.