waarneming

Losschaert I

archeologisch element
ID
984252
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984252

Beschrijving

In het kader van de aanleg van een nieuwe industriezone langsheen de Esserstraat te Zwevegem voerde een archeologisch team van Monument Vandekerckhove nv een proefsleuvenonderzoek uit op het terrein.

Er kwamen een groot aantal interessante sporen(clusters) aan het licht, gaande van het neolithicum tot de 20ste eeuw, merendeels (midden-)Romeinse periode en volle middeleeuwen. Aardewerk laat vermoeden dat zich (minstens één) Romeinse nederzetting(en) in de nabijheid moet(en) bevinden. Hoogstwaarschijnlijk maken de greppels/grachten deel uit van een erfafbakeningssysteem en kan een nederzetting uit de midden-Romeinse periode verwacht worden in deze zone van het plangebied.

Romeinse (paal)kuilen omgeven door een verscheidenheid aan grachten en greppels duiden mogelijk op een vorm van een erfindeling. Daarnaast waren er een 20-tal Romeinse crematiegraven. Voor de volmiddeleeuwse periode gaat het om minstens twee erven waarvan één met duidelijke erfafbakening en een andere met een duidelijke huisplattegrond, enkele kuilen en sporen van artisanale activiteit. Tot slot werd ook nog een midden-neolithische kuil aangetroffen.

Daarnaast gaat het om bewoning nabij een Romeinse wegtracé met daarlangs artisanale activiteit, wat weinig voorkomend is voor deze regio.

De ruime handelscontacten met het buitenland duiden op eerder welgestelde boerenfamilies. Onderzoek op deze handelsnetwerken biedt de mogelijkheid betere inzichten te verkrijgen in de “romanisatie” van Zuid-West-Vlaanderen en in de handelscontacten. Ook is het van belang onderzoek uit te voeren op de productiemethode, het productieproces op lokale schaal.

Wat de Romeinse vindplaatsen betreft, kan men spreken over een echt nederzettingslandschap. Er dient gewezen te worden op het feit dat deze afzonderlijke vindplaatsen deel uitmaken van een grotere nederzettingsstructuur en dus onderling in verband staan. Ook in de tussenliggende zones manifesteren zich nog archeologische sporen die deel uitmaken van dit groter geheel (de zogenaamde off site-fenomenen binnen Romeinse site).

Auteurs: Vanhoutte, Christof
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Bomkraters en munitie

Datering: WO I
Typologie: bomkraters, wapens en munitie
Materiaal: metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Er werden verspreid over het (noord)westelijke deel van het terrein enkele losse fragmenten van Duitse obussen, kaliber 105mm, teruggevonden. Ook konden enkele bomkraters met schrapnel opgetekend worden.

Grachtenstelsel

Typologie: grachten (infrastructuur), greppels
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Langs de zuidelijke zijde van drie sleuven kon een breed onregelmatig grachtenstelsel aangesneden worden, gelegen in een lager gelegen zone van het onderzoeksgebied. Twee grachten konden verder gevolgd worden in westelijke en oostelijke richting. Langs de noordelijke zijde vertrok een greppel die vermoedelijk aansluiting vindt op een andere greppel in een andere sleuf. Deze greppel oversnijdt op zijn beurt een breed grachttracé. Een ander spoor kon in de daarnaast liggende sleuven niet gevolgd worden; mogelijk gaat het hier om een waterput/(water)kuil. Ten zuiden van dit stelsel konden ook nog twee paalkuilen geregistreerd worden. In geen van bovengenoemde sporen kon echter archeologisch dateerbaar materiaal aangetroffen worden

Karolingisch spoor

Datering: Karolingische periode
Typologie: archeologische sporen en uitgravingen
Materiaal: aardewerk, houtskool
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Er werd een groot houtskoolrijk spoor teruggevonden. De contour van dit spoor kon niet duidelijk gevolg worden omwille van de sterke bioturbatieprocessen. Uit de vulling van dit pakket konden echter enkele wandscherven aardewerk gerecupereerd worden die gedateerd kunnen worden in de Karolingische periode.

Laat- en postmiddeleeuwse sporen (13de-16de eeuw)

Datering: 13de eeuw, 16de eeuw, late middeleeuwen
Typologie: grachten (infrastructuur), greppels
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Binnen het plangebied werden ook enkele laat- en postmiddeleeuwse sporen aangetroffen. Het gaat in de meeste gevallen om grachten en greppels die te linken zijn aan oudere perceelsgrenzen. Omwille van hun beperkte belang worden deze niet verder besproken.

Lithische artefacten (Steentijd)

Datering: neolithicum
Typologie: losse vondsten, vuursteenwinning, wapens en munitie, werktuigen
Materiaal: lithisch materiaal, vuursteen, vuursteen van Spiennes
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Verspreid over het terrein konden enkele lithische artefacten geregistreerd worden, hetzij als losse vondst in de moederbodem, hetzij als verspit materiaal in een antropogeen spoor. In een greppel werd tijdens het verdiepen een silexfragment gevonden. Het betrof een kern met twee kruisende slagvlakrichtingen uit fijnkorrelige silex, waarschijnlijk daterend uit het neolithicum. Tijdens het verdiepen van een Romeinse gracht kon eveneens een verspit lithisch artefact gerecupereerd worden, een halffabricaat van een gepolijste bijl die vermoedelijk door onzuiverheden in de silexknol niet verder afgewerkt werd. De bijl vertoont wel gebruikssporen als klopper. Tevens werd een mogelijk neolithisch mes aangetroffen waarvan de linkerboord schuin tot vlak geretoucheerd was. Verder werden kleinere lithische artefacten teruggevonden, twee ervan in een archeologisch spoor, waaronder een andere Romeinse gracht, twee andere als losse vondst in de moederbodem. Nabij de laatste Romeinse gracht kon tijdens de aanleg van het archeologisch vlak een intens bewerkte klopper, vervaardigd uit mijnsilex (Spiennes, Henegouwen), gerecupereerd worden.

Midden-neolithische kuil met aardewerk

Datering: middenneolithicum
Typologie: kuilen
Materiaal: aardewerk, kwarts, vuursteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Verspreid over het onderzoeksgebied konden enkele sterk uitgeloogde sporen aangesneden worden. Vermoedelijk gaat het in de meeste gevallen om natuurlijke sporen, al kan een antropogene oorsprong niet uitgesloten worden. Op het terrein kon slechts één dergelijk spoor geverifieerd worden als zijnde antropogeen. Uit de vulling van deze kuil kon een aanzienlijke hoeveelheid handgevormd aardewerk ingezameld worden. Op basis van de silexverschraling en in mindere mate de kwartsverschraling wordt dit aardewerk ruwweg gedateerd in het midden-neolithicum.

Romeinse greppels en grachten (1ste-3de eeuw)

Datering: Romeinse tijd
Typologie: depressies, erven, grachten (infrastructuur), greppels, nederzettingen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Een eerste greppel is gevuld met zandleem met vrij veel houtskoolspikkels, met een grote hoeveelheid importaardewerk : fragmenten kruikwaar uit Bavay, Spaanse amforen, een fragment van een drinkbeker in terra nigra, datering eind 1ste – 2de eeuw n.C.. Deze greppel liep vermoedelijk verder in drie andere sporen, met ten zuiden een brandrestengraf.
Ten zuiden van een vermoedelijk stuk van de vorige greppel liep een grachttracé, mogelijk twee, met gelijkaardig materiaal, wat een zelfde datering geeft.
Ten noorden van sleuf 72 twee parallelle grachten, beide met een aanzienlijke hoeveelheid aardewerk, de ene naast Romeinse kruikwaar ook nog randfragmenten van een Rijnlandse kookpot type Stewart 201, de andere met Scheldevalleikruikwaar, drie fragmenten technisch aardewerk (zoutcontainer), enkele van Spaanse amforen, scherven terra nigra, fragmenten van een mortarium uit de Maasvallei of Noyon en een grote hoeveelheid grijs aardewerk uit Noord-Frankrijk. Beide grachten zouden dateren eind 1ste – 2de eeuw n.C.. maar konden niet verder gevolgd worden
Een andere greppel bevat een grote hoeveelheid Romeins aardewerk. Opmerkelijk : een terra sigillata drinkschaal type Dragendorff 27 met stempel CIITVS F(ecit) uit Centraal-Gallië uit de 2de eeuw n.C..
De brede gracht met lithische artefacten kan men door een depressie in het landschap niet exact localiseren. Vermoedelijk sluit deze gracht verder aan op een andere gracht en bevat Romeins aardewerk, waaronder heel wat kruikwaar en lokaal aardewerk (2de – 3de eeuw n.C.).
Een greppel, doorsneden door grachttracés van de eerstgenoemde gracht en nog een andere gracht, kon gevolgd worden doorheen twee sleuven. Een fragment van een bord in Pompejaans rood aardewerk (type Blicquy 1), twee quasi volledige potten in grijs aardewerk met dekselgeulrand en fragmenten Romeinse kruikwaar wijzen op eind 1ste – begin 2de eeuw n.C. waren aanwezig.
Ten noordwesten hiervan twee concentraties paalkuilen, langs noordelijke zijde duidelijk afgebakend door twee greppels en een greppeluiteinde. Net ten noorden van deze cluster is een quasi rond grondspoor bewaard, vermoedelijk een waterkuil/poel.

Romeinse nederzetting

Datering: Romeinse tijd
Typologie: afvalkuilen, ambachtelijke objecten, begraafplaatsen, bouwmaterialen, brandrestengraven, crematiegraven, extractiekuilen, funerair gerelateerde constructies, gebouwen en structuren, grachten (infrastructuur), greppels, haardplaatsen, indicaties voor metaalbewerking, kuilen, paalsporen, poelen, spijkers, vierpostenspijkers, waterkuilen, wegen
Materiaal: aardewerk, bot, bot (menselijk), Doornikse kalksteen, houtskool, metaal, zandsteen
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Centraal over het plangebied kon een rechtlijnige oost–west georiënteerde structuur geregistreerd worden die vermoedelijk geïnterpreteerd dient te worden als een wegtracé. Deze structuur bestond de ene keer uit enkele greppels naast elkaar, dan weer uit één aaneensluitend pakket. In coupe is duidelijk een loopniveau zichtbaar met daaronder enkele greppels. Uit de vulling van zowel de greppels als de band komt materiaal dat toe te schrijven is aan de Romeinse periode. Verder sloot hierop een nieuw, noord-zuid georiënteerd tracé aan. Deze kon verder noordwaarts gevolgd worden (een spoor met dakpanmateriaal en fragmenten van Spaanse amforen) en mogelijk zuidwaarts (twee greppels of greppelfragmenten). Opvallend was dat de west–oost as niet verder doorliep. Mogelijk gaat het hier om een T-splitsing. In coupe op het noord-zuid tracé (ca. 3,30m breed) was ook weer duidelijk een leefniveau zichtbaar.
Slechts een crematiegraf werd in diepte onderzocht en bemonsterd omwille van zijn marginale ligging ten opzichte van de Romeinse site. Op basis van het behoorlijk aantal crematiegraven kan verondersteld worden dat men hier te maken heeft met een verspreid Romeins grafveld. In de (noord)westelijke zone van het plangebied konden enkele paalsporenclusters geregistreerd worden. Daarnaast kon een 2m brede gracht gevolgd worden over een lengte van ongeveer 20m. In coupe bleek deze 1m diep uitgegraven monumentale gracht een eerder U-vormig profiel te hebben. Vermoedelijk buigt de gracht in zuidelijke richting af naar het oosten. Ten westen van deze gracht konden 4 paalsporen aangesneden worden. Deze dienen toegeschreven te worden aan een 4-postenspieker of mogelijk een grotere structuur. In oostelijke richting bevond zich mogelijk een (water)kuil. Verderop in oostelijke richting een wegtracé en een afvalpakket. Het is overduidelijk dat in deze zone ambachtelijke sporen verwacht kunnen worden. De grote hoeveelheid productieafval (slakafval en houtskool), gecombineerd met fragmenten Doornikse kalksteen (voor het verlagen van de temperatuur) en tertiaire zandsteen (voor het afschuren van afgewerkt metaal) dient in verband gebracht te worden met metaalproductie in de nabije omgeving.

Volmiddeleeuwse sporen (10de-13de eeuw)

Datering: 13de eeuw, volle middeleeuwen
Typologie: erven, gebouwplattegronden, grachten (infrastructuur), greppels, kuilen, nijverheidsgebouwen en productieplaatsen, paalkuilen, paalsporen, poelen, vaatwerk, waterkuilen, woningen
Materiaal: aardewerk, houtskool
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Er kwam een volmiddeleeuwse gebouwplattegrond aan het licht. Deze bestond uit drie traveeën en was oost–west georiënteerd. De centrale beuk bestond uit zes diep gefundeerde palen. Deze waren geflankeerd door twee minder diepe palen langs noordelijke zijde en nog een langs zuidelijke zijde. Op basis van de vorm van de plattegrond en het weinige gerecupereerde aardewerk wordt deze structuur voorlopig gedateerd in de volle middeleeuwen. Daarnaast kon nog een sporencluster onderscheiden worden die waarschijnlijk toe te schrijven is aan een huisplattegrond. Deze cluster wordt ten noorden geflankeerd door een gracht en loopt verder door in westelijke richting. Ook verderop in de buurt, in een andere sleuf, kunnen twee grachten opgemerkt worden. Deze komen in westelijke richting samen in een derde sleuf, maar lopen ook verder door in westelijke richting. Mogelijk sluiten deze aan op een houtskoolrijke gracht en greppeltracé. Ook in deze tussenliggende zone werden enkele duidelijke paalkuilen aangetroffen. Het is mogelijk dat deze bovengenoemde grachten dienen geïnterpreteerd te worden als deel van een volmiddeleeuws erfafbakeningssysteem rondom de sporencluster.
Een houtskoolrijke vulling liep over twee sleuven. Uit de vulling kwam een grote hoeveelheid schervenmateriaal. Op basis van enkele wandfragmenten rood beschilderd aardewerk en grijs aardewerk wordt het spoor voorlopig gedateerd rond de 11de eeuw. Uit bodemkundig onderzoek ter plaatse bleek dat deze vulling in verband dient gebracht te worden met artisanale activiteiten door de aanwezigheid van de grote hoeveelheid houtskool. Mogelijk staat deze activiteit tevens in relatie met de tweede volmiddeleeuwse gebouwstructuur.
Er werden twee kuilen aangesneden. Uit de vulling kwam grijs aardewerk uit de 12de – 13de eeuw. Uit de vulling van een waterkuil kwam een grote hoeveelheid aardewerk, met name grijs aardewerk in combinatie met hoogversierd aardewerk, wat een voorlopige datering geeft in de volle middeleeuwen (12de -13de eeuw). Uit een boring bleek dat het hier waarschijnlijk gaat om een (water)kuil/poel, aangezien de onderkant van de structuur niet dieper ging dan 60cm onder het archeologisch vlak. Langsheen deze structuur konden ook nog enkele paalsporen geregistreerd worden. Deze leverden echter geen datering op. Ten noorden van dit spoor bevond zich een greppel. Ook hieruit kwam een aanzienlijke hoeveelheid materiaal, waaronder een randfragment van een kogelpot. Deze greppel kon echter niet verder gevolgd worden in de daarnaast liggende sleuven.


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Losschaert I [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984252 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.