is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 9353
Deze aanduiding is geldig sinds
In het kader van de uitvoering van een nieuwbouwproject op enkele percelen gelegen langs de Sint-Niklaasstraat en de Sint-Jansstraat te Ieper voerde een team archeologen van Monument Vandekerckhove nv een archeologische prospectie uit op het terrein.
Het onderzoeksgebied werd in twee zones onderverdeeld. Het verwachtingspatroon was ook verschillend. In zone 1 werd rekening gehouden met de aanwezigheid van restanten van de oorspronkelijke Sint-Niklaaskerk. Ook het bijhorende kerkhof kon worden aangesneden. Tevens werden ook restanten van de abdij Sint-Jan-ten-Berge aangetroffen. De ene sleuf werd over de gehele breedte van zone 1 evenwijdig met de Sint-Niklaasstraat aangelegd. Dit om een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van de zone. Specifiek moest ook een adequaat beeld verkregen worden van de aard en omvang van het vermoedelijk nog aanwezige kerkhof.
In zone 2 waren de verwachtingen iets anders. Daar werd rekening gehouden met de restanten van bewoning die zich vanaf de stichting van de parochie konden manifesteren. Verwacht werd dat er funderingen van de woonblokken konden worden aangesneden. Op de achtererven van deze woonblokken zouden er zich waterputten, beerputten en afvalkuilen kunnen bevinden. Ook restanten van ambachtelijke activiteiten waren niet uitgesloten. In zone 2 werden twee sleuven aangelegd, daarbij werd zowel in de lengte als in de breedte van de zone een beeld verkregen.
Het proefsleuvenonderzoek leverde archeologische resten op uit verschillende periodes. De resten kenden een hoge bewaringsgraad. De oudste sporen getuigen van landschapsindeling en ontginning. Het is niet uitgesloten dat er ook bewoningssporen aanwezig zijn. Laatmiddeleeuwse bewoning werd aangetroffen in de vorm van bakstenen funderingen, lemen vloerniveaus en (afval)kuilen op de achtererven. Ook een oud straatniveau werd aangetroffen. Massieve funderingen opgebouwd uit spaarbogen getuigen van de laat 16de-eeuwse abdij Sint-Jan-Ten-Berge. Als laatste werd een grafveld aangesneden tussen de funderingen van de abdij.
Auteurs: Vanhoutte, Christof
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Restanten van de eind 16de-eeuwse abdij waren aanwezig in zone 1. In het zuidelijke deel van zone 1 werd een rij rode bakstenen gevonden. Daarnaast was er een oost-west lopende bakstenen riolering. Aan de binnenzijde van de riolering werd geen originele rioolvulling waargenomen. Net ten noorden van de riolering kon een oost-west georiënteerd uitbraakspoor worden opgemeten en bleek het om een vrij massieve fundering te gaan. In de diepte kon opgemerkt worden dat deze fundering opgebouwd was uit boogfunderingen. Iedere funderingsboog bevond zich op ongeveer 140cm van elkaar. De funderingen waren opgebouwd uit rode bakstenen die de stad Ieper schonk om de abdij te bouwen.
Ten zuiden van de eerste fundering zijn enkele vloerniveaus en ophogingslagen aangetroffen. Bij deze ophogingspaketten werd nog een kalkmortel vloerniveau waargenomen. Aan de uiterst zuidelijke kant van de sleuf werden een paar rijen bakstenen waargenomen die als vloerniveau geïnterpreteerd kunnen worden. Een laatste laagje dat ook als vloerniveau geïnterpreteerd kon worden was een opeenvolging van een lemig laagje en een grijswit kalkrijk laagje. Over de gehele lengte van de sleuf kon een vrij dik pakket waargenomen worden.
Net ten zuiden van de beerput, in zone 2, werd een vrij massieve fundering aangetroffen, misschien als fundering voor de toren van de abdij.
Beschrijving:
Het plangebied wordt vanaf het begin van de 13de eeuw bewoond. Vermoedelijk werd een deel van deze bewoning aangesneden in zone 2.
Net ten oosten van de eerste fundering in het oosten van zone 2 werd een spoor aangetroffen opgebouwd uit kasseien met een gootje, vermoedelijk een restant van de Sint-Godelievestraat.
Hier werden drie bakstenen structuren aangesneden. Bovenop de fundering werd vrij harde mortel aangetroffen. Aan de westelijke kant van de sleuf werden twee uitbraaksporen waargenomen. Deze funderingen zijn onderdeel van een huis dat tegen de straat stond, in de late middeleeuwen gedateerd.
Binnen het huis werden enkele ophogingspakketten en leefniveaus aangetroffen. Tussen de twee funderingen in zone 2 kon een vrij harde lemige grond worden vastgesteld. Onder de lemige grond lag een lemige band. Onder deze lemige band werd een gespikkeld pakket aangetroffen.
Ook het achtererf van de bewoning kon deels onderzocht worden. Het muurwerk was opgebouwd uit een dubbele rij bakstenen die een geelbruine kleur hadden. Deze vierkante fundering kan vermoedelijk als beerput geïnterpreteerd worden.
Verder werden mogelijk enkele afvalkuilen aangetroffen. In deze kuilen werden het gebroken of onbruikbaar gebruiksaardewerk gedumpt. Uit de vulling van de kuilen werd heel wat aardewerk verzameld. Het gaat hier vooral om kookgerei dat in de 14de -15de eeuw gedateerd kan worden.
Beschrijving:
In zone 1 werden enkele aflijningen/grondsporen aangetroffen die in verband gebracht kunnen worden met menselijke begraving. Het ging om rechthoekige, vrij scherp afgetekende sporen met een oost-west oriëntatie. Bij alle sporen, behalve één, kon skeletmateriaal herkend worden. Drie skeletten werden opgegraven.
De aflijning van de eerste grafkuil tekende zich af als een donkergrijze rechthoek tegenover de rondom liggende grond. Het skelet dat zich in de kuil bevond had een west-oost oriëntatie met het hoofd in het westen. Het hoofd lag op de linkerzijde, de handen lagen gekruist op het bekken en de benen lagen uitgestrekt. De opperarm had een lengte van 34cm, het dijbeen een lengte van 46,5cm. Het skelet was volledig bewaard uitgezonderd de onderste ledematen (scheenbeen, kuitbeen en voeten) die onder het oostelijke profiel zaten. De bewaringstoestand van het botmateriaal zelf was goed tot matig. Rond het skelet konden enkele nagels ingezameld worden, hout van de kist werd niet aangetroffen.
De kuil van het tweede skelet was ook te herkennen aan de donkergrijze kleur. Het skelet lag op de rug en op het achterhoofd (ook met het hoofd naar het westen). De armen lagen gekruist op het bekken en de linkerhand lag bovenop de rechterhand. De benen waren uitgestrekt. Het botmateriaal was goed bewaard, hard en een beetje vochtig. De lengte van het individu kon op 1,7m bepaald worden.
In het vlak kon vaag nog een kuilaflijning herkend worden. Het laatste skelet was incompleet en lag op zijn rug. Het hoofd lag, in tegenstelling tot de twee andere skeletten, aan de oostelijke kant. Het botmateriaal was vrij slecht bewaard en vrij broos.
In zone 1 werd een deel van het kerkhof dat zich rond de Sint-Niklaaskerk bevond aangesneden. In totaal werden 11 sporen herkend als menselijke begraving. Een scherpe datering geven aan de skeletten is moeilijk. Het is wel zo dat de skeletten zich al op een relatief hoog niveau manifesteerden. Een drietal skeletten werd geselecteerd en opgegraven om zicht te krijgen op het aantal lagen begraving. In alle drie de gevallen werd onder het opgegraven skelet geen ander skelet aangetroffen.
Beschrijving:
Het oudste spoor betrof een noord-zuid georiënteerde greppel. De vulling van de in de moederbodem uitgegraven greppel had een donkerbruine kleur en was rijk aan organisch materiaal. In het noordelijk deel van de sleuf werd een scherp, rechtlijnig afgelijnd spoor aangetroffen, een kuil. De greppel kon vrij algemeen in de late middeleeuwen gedateerd worden. De greppel diende vermoedelijk als afwatering en/of landschapsindeling. Het plangebied bevond zich immers in een vrij nat gebied, net ten westen van de loop van de Ieperlee. De kuil kan als extractiekuil geïnterpreteerd worden. Vermoedelijk werd hier zand gewonnen om plaatselijk te gebruiken.
Het eerste paalspoor bevond zich net onder de lemige grond en uitgegraven in het gespikkelde pakket. Het paalspoor (met een diepte van 20cm) had vrij steile wanden en een vlakke bodem. Een tweede werd aangetroffen net onder de lemige band. De vulling van dit spoor was gevlekt. Het paalspoor was circa 40cm steil uitgegraven in het gespikkelde pakket en had eveneens een platte bodem. Een derde was ongeveer 30cm diep uitgegraven in het gespikkelde pakket en had steile wanden en een min of meer platte bodem. De vulling was gevlekt met weinig inclusies van houtskool. Vermoedelijk waren deze palen onderdeel van een grotere structuur (gebouw?).
Beschrijving:
De verstoringsgraad in zone 1 was minimaal. Enkel aan de zuidelijke zijde bevond zich een recente water-/beerput. Aan de noordelijke zijde van de sleuf kon in het westelijke profiel een betrekkelijk grote kuil worden waargenomen. Op de bodem en op de vrij steile wanden van de kuil lag een laagje kalk. Als gevolg van deze verstoring was een deel van de tweede vermelde fundering niet bewaard.
In het oostelijke deel van zone 2 werden de archeologische resten verstoord door enerzijds een grote zandbak en anderzijds een rioleringsput.
Is deel van
Historische stadskern van Ieper
Is gerelateerd aan
Parochiekerk Sint-Niklaas
Omvat
Sint-Niklaasstraat 4
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Meersen [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984267 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.