Tijdens de aanleg van de riolering bij dit huis werden restanten van een gesneuvelde soldaat gevonden. De eigenaar verwittigde politie die op zijn beurt het agentschap Onroerend Erfgoed op de hoogte bracht.

De aannemer zamelde een schoen (met beenderresten), een geweer en ander metaal in. Een archeoloog en fysisch-antropoloog gingen ter plaatse om de menselijke resten te bergen.

Het ging om 2 Schotse militairen van het Seaforth Highlanders Regiment. Vermoedelijk sneuvelden ze rond 12 oktober 1917. De linkse zat neer met zijn bovenlichaam naar voren in elkaar gezakt. De rechtse ligt op zijn knieën met zijn hoofd tegen de rand van de krater.

Bij verdere rioleringswerken werden nogmaals stoffelijke resten aangetroffen. Het betrof hier een paar schoenen waar de voeten nog in zaten. De rest van het lichaam werd niet aangetroffen. Op deze vondstlocatie werd een grote hoeveelheden WO I uitrusting teruggevonden. Alle materiaal lag in een loopgraaf waarin naast de schoenen ook het materiaal is achtergebleven van meerdere militairen. Het betreft hier 3 SMLE-geweren, 10-tal veldflessen, 5-tal lederen uitrustingen, 5-tal bajonetten, 2 helmen, gasmakers, geweerpatronen, handgranaten en geweergranaten. Het feit dat zoveel materiaal samen werd achtergelaten wijst op een zware strijd met naar alle waarschijnlijkheid veel slachtoffers. In hoeverre deze destijds zijn afgevoerd, dood of gewond, of vlakbij zijn begraven, is moeilijk uit te maken.

Bij de aanleg van het zwembad werden enkele granaattrechters aangetroffen die al bij al weinig materiaal bevatten: 3 fragmenten los menselijk bot, munitie en wat oorlogsuitrusting. De politie werd gecontacteerd om de munitie op te halen en om de menselijke resten te melden bij het War Heritage Institute en het agentschap Onroerend Erfgoed.