waarneming

Broodstraat

archeologisch element
ID
984278
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984278

Beschrijving

Het onderzoek ging vooraf aan de vernieuwing en ontdubbeling van het rioleringsstelsel en de heraanleg van het kruispunt Broodstraat-Burgscheldestraat-Krekelput.

Op deze plaats bevindt zich al van in de 13de eeuw een watermolen.

Hoewel de oprichtingsdatum van de molen niet gekend is, duikt de naam Tweemolen al op in 1202. Blijkt dat het molengebouw op het einde van de 18de eeuw herbouwd is, in 1918 vernield wordt en in 1927 opnieuw heropgebouwd is.

Een deel van de brug over de voormalige Schelde is aangesneden. Daarnaast bleek in verband met deze brug op de linkeroever van de Schelde ook een toren gebouwd te zijn na 1125.

Uit de verschillende archeologische gegevens is af te leiden dat in de loop van de 15de eeuw en meer bepaald na 1430, een deel van deze 12de-eeuwse brug is afgebroken. Wellicht ging dit gepaard met landwinning op en een kanalisatie van de Schelde. Na de landname verschijnen er verschillende gebouwen op deze plaats. Samen met deze eerste huizen is ook het wegdek van Krekelput gekasseid met Doornikse kalksteen.

Hoewel beperkt in oppervlakte leverde het archeologisch onderzoek in de Broodstraat belangrijke informatie over de stadsontwikkeling van Oudenaarde, met name over de eerste stadsomwalling.


Auteurs: De Maeyer, Wouter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

'Hoofdeloose poorte'

Typologie: muurresten, woningen
Materiaal: Doornikse kalksteen

Beschrijving:
Deze structuur is te situeren vlak langs de sleufrand van zone I. Het gaat om een muur met een parement in Doornikse kalksteen en een kern van gestort baksteenpuin met een vrij zachte, gelig grijze en zeer zandige kalkmortel. Deze muur is te interpreteren als de voorgevel van het huis dat in de bronnen de naam de ‘hoofdeloose poorte’ draagt.

Afbraak brug en landname (15de eeuw)

Datering: tweede kwart 15de eeuw
Typologie: afvallagen, beerkuilen, beerputten, munten, muurresten, nijverheidsgebouwen en productieplaatsen, vaatwerk, versieringsonderdelen van voorwerpen
Materiaal: aardewerk, biljoengoud, bot (dierlijk), eierschaal, grijs aardewerk, hoorn, plantaardig materiaal, rood aardewerk, steengoed, tand

Beschrijving:
In zone II bleek een muur voor een groot deel uitgebroken. Op en langs deze muur lagen verschillende stortpakketten. Deze pakketten bestaan vooral uit gestort afval dat van elders is aangevoerd en zijn grotendeels zeer organisch van aard.
Deze pakketten leverden een grote hoeveelheid aardewerk op. De verhouding lokaal - import wijst op een datering die eerder in de 15de eeuw te situeren valt.
De vondst van een dubbele mijt in biljoen van Ivan de Cortenbach (1430-1440, Gruitrode - Maasland) in de laag bovenop de afgebroken muur laat toe om deze datering verder te vernauwen tot na 1430.
Het artisanaal afval vormt een tweede tafonomische groep die hier aanwezig is. Daartoe behoren met zekerheid een groot deel van de hoornpitten van runderen en geiten. Deze wijzen op hoornbewerking. Een tweede activiteit die kan worden afgeleid is het winnen van merg uit de lange beenderen.
Uit de verschillende archeologische gegevens en de uitgevoerde waarderingen is af te leiden dat in de loop van de 15de eeuw en meer bepaald na 1430 een deel van de in de 12de eeuw gebouwde brug is afgebroken. Wellicht ging dit gepaard met landwinning op en een kanalisatie van de Schelde.

Alluvium

Datering: 12de eeuw
Typologie: afzettingen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), grijs aardewerk, plantaardig materiaal, rood aardewerk, schelp

Beschrijving:
De oudste context in de twee zones bestaat uit afzettingslagen of alluvium van de Schelde. Deze lagen zijn sterk gestratificeerd, wat wijst op een afzetting in een waterrijke context. Dat ze ontstaan zijn op een moment dat er al menselijke activiteit in de buurt aanwezig was, tonen de vondst van dierlijk bot en enkele fragmenten aardewerk (wandscherven). Dit aardewerk wijst op een datering voor het tot stand komen van deze lagen na 1125. Het gaat om vier scherven vroeg rood aardewerk, één scherf Maaslands aardewerk en zeven scherven grijs aardewerk, waarvan één wandfragment van een kogelpot. Ondanks de dikte van dit pakket lijkt het erop dat het vrij snel tot stand is gekomen.
In deze lagen waren veel slakken aanwezig. Om een zicht te krijgen op het milieu waarin en de manier waarop de lagen ontstaan zijn, is een malacologisch onderzoek uitgevoerd. Drie stalen uit dit alluvium zijn onderzocht. De resultaten wijzen op een afzetting gevormd in rustig stromend water. De waterstand fluctueerde enigszins. Langs de oevers bevond zich een plantenrijke, ondiepe zone. Het water was zoet, voedsel- en kalkrijk.
Een waarderend onderzoek van de pollen- en de macrobotanische stalen geeft een eerste indicatie van het landschap in die periode. De aanwezige pollen en zaden en vruchten geven vooral info over de natuurlijke vegetatie in de omgeving. Zowel de bulkstalen als de pollenstalen wijzen op planten die in verband te brengen zijn met een nat milieu, met name oevers en moerassen. Daarnaast zijn ook gebruiksplanten aanwezig zoals gewone vlier, gewone braam en granen. Eén pollenstaal bevat 40% pollen van bomen terwijl in een ander staal vooral de pollen van grassen dominant zijn. Mogelijk is dit te wijten aan het moment van het jaar waarop de laag gevormd is en de aanwezigheid van bepaalde pollen in de lucht op het moment van vorming.

Bouw van de brug en toren (12de eeuw)

Datering: 12de eeuw
Typologie: bouwmaterialen, bruggen, muurresten, torens
Materiaal: aardewerk, Doornikse kalksteen, grijs aardewerk, mortel

Beschrijving:
Deze toren is opgericht op een vermoedelijk vierkant grondplan in Doornikse kalksteen. Voor de constructie van deze toren is gewerkt in een grote bouwput, die vanaf het verstek dezelfde omvang heeft als de constructie zelf en is uitgegraven in het alluvium. Twee soorten mortel komen voor in de constructie, namelijk vrij harde, gelig witte en weinig zandige kalkmortel en een zachte, gelig grijze zandmortel. Desondanks wijst dit niet op verschillende bouwfases.
Tegelijk met de bouw van de toren is eveneens met Doornikse kalksteen een brug over de Schelde gebouwd. Op de linkeroever sluit deze brug met een tongewelf aan op de fundering van de toren. Van dit tongewelf is slechts de aanzet bewaard. De rest van de brug is vernietigd in 1918.
Door de beperkte hoeveelheid vondstmateriaal in associatie met de oprichting van de toren en de brug is slechts een oprichting te vermoeden na het tweede kwart van de 12de eeuw. Enkele radiokoolstofdateringen bevestigden en stelden deze datering bij. Drie houtskoolmonsters uit de mortel zijn gedateerd en leverden als resultaat een datering op met 95,4% waarschijnlijkheid tussen 1030 en 1120 n. Chr., tussen 1020 en 1160 n. Chr. en tussen 770 en 990 n. Chr. Een gemiddelde van de eerste twee dateringen geeft als resultaat een datering met 95,4% zekerheid tussen 1030 en 1170 v. Chr. Als we rekening houden met het aardewerk in het alluvium dan is de bouw te situeren tussen 1125 en 1170 n. Chr.

Postmiddeleeuws wegdek

Typologie: funderingslagen, kasseiwegen, marktplaatsen, ophogingslagen, paalkuilen, paalsporen
Materiaal: Doornikse kalksteen

Beschrijving:
Over deze ophoging ligt een pakket gereduceerd zand dat een dikte heeft die varieert tussen 13 en 26 cm en te beschouwen is als de opmaaklaag voor de bestrating van de voorganger van Krekelput. Wellicht gebeurde deze ophoging kort na of gelijktijdig met de landname. Het weinig aardewerk uit deze context spreekt dit niet tegen. Op enkele plaatsen is deze bestrating in Doornikse kalksteen aangetroffen. Verschillende paalgaten zijn door deze opmaaklaag gegraven en zijn afkomstig van activiteiten die met markten of feestelijkheden in verband te brengen zijn. Na de gedeeltelijke opbraak van de kasseien van volgde nog een ophoging. Deze ophoging met zandleem is niet te dateren wegens het ontbreken van vondstmateriaal, maar is zeker postmiddeleeuws en wijst eveneens op een opmaaklaag voor een verharding.

Riolen (16de-19de eeuw)

Datering: 19de eeuw, nieuwe tijd
Typologie: bouwmaterialen, funderingslagen, muurresten, riolen, vloeren
Materiaal: aardewerk, Doornikse kalksteen, mortel, steen

Beschrijving:
Voor de bouw van het eerste riool is de ruimte gebruikt tussen de twee recentere woningen. Ter hoogte van de voorgevel maakt de riool een hoek van 90° en loopt langs de voorgevel van de jongste verder. Ook aan de andere zijde van de woning komt een riool hierop uit. Het verdere verloop was niet te volgen. De riool is opgebouwd uit een vloer die bestaat uit kasseien en baksteenbrokken. Kleine toevoegingen in baksteen (23x11x5cm) zorgden voor de kanalisatie van het water. De weinige vondsten uit de vulling laten alleen toe om de riool in de postmiddeleeuwen te dateren. Wel is duidelijk dat deze riool samen hoort met de oudste stenen fase van het meest recente huis. De recentste fase overbouwde immers de riool.
De tweede structuur is te interpreteren als de afwatering van de voormalige Broodstraat. Ze was uitgegraven doorheen de opmaaklaag en helde af vanaf de Grote Markt in de richting van de Schelde. Voor de aanleg is tevens een deel van de toren uitgebroken. Op het moment van de aanleg bestond deze dus niet meer. In de uitgraving voor deze riool is eerst een vloer gelegd, bestaande uit enerzijds Doornikse kalksteen tegels en brokken baksteen (voornamelijk recuperatiemateriaal) en anderzijds gootvormig gekapte stukken Doornikse kalksteen. Op de rand hiervan zijn de wanden gemetst met Doornikse kalksteen, baksteen (23x10/11x5cm) en een vrij harde lichtgrijze kalkmortel. Ter hoogte van de Schelde is de voormalige kademuur uitgekapt, waarna een plaat in Doornikse kalksteen als afdekking is gebruikt. De muur is daarna opnieuw hersteld met Doornikse kalksteen, weinig baksteenbrokken en een harde kalkmortel. Wellicht bleef de riool lange tijd in gebruik. De aangetroffen vondsten zijn te plaatsen in de 18de en 19de eeuw.

Scheldevulling (19de-20ste eeuw)

Datering: nieuwste tijd
Typologie: afzettingen, bouwmaterialen, puinlagen

Beschrijving:
In zone I is een deel van de voormalige Scheldevulling aangesneden. Wegens het geringe wetenschappelijk belang is hieraan tijdens het onderzoek weinig aandacht gegeven. Op basis van de vondsten en de profielregistratie konden twee grote fases herkend worden. De recentste houdt verband met de vernietiging van de brug in 1918 en het opnieuw uitgraven van de Schelde kort daarop. De opvulling van deze uitgraving gebeurde bij het dempen van dit deel van de Schelde in de tweede helft van de 20ste eeuw. De oudere fase bestaat enerzijds uit alluviale afzettingspakketten (bovenaan) en anderzijds uit puinige vullingen (onderaan). De vondsten uit deze lagen zijn 19de-eeuws.

Wegdek (13de-16de eeuw)

Datering: 13de eeuw, eerste helft 16de eeuw
Typologie: funderingslagen, kasseiwegen, versieringsonderdelen van voorwerpen
Materiaal: aardewerk, Doornikse kalksteen, steengoed

Beschrijving:
In het zuidprofiel van zone I zijn een aantal lagen aangetroffen die te interpreteren zijn als opmaaklagen voor opeenvolgende wegdekken. De kasseiing is niet bewaard, maar de aanwezigheid van brokjes Doornikse kalksteen doet vermoeden dat dit materiaal gebruikt is voor de verharding van het oppervlak. Het gaat steeds om zandige pakketten waarin nauwelijks vondsten aanwezig zijn. Het weinige aardewerk bestaat uit enkele scherven steengoed met engobe/zoutglazuur. Eén fragment is afkomstig van een biconische beker, een vorm die normaal gedateerd wordt tussen 1300 en 1550. Deze datering is enkel als ondergrens voor de datering van deze lagen bruikbaar. De vondsten kunnen zich immers in secundaire context bevinden.

Woningen (15de-18de eeuw)

Datering: nieuwe tijd, tweede helft 15de eeuw
Typologie: bouwmaterialen, cultuurlagen, funderingslagen, gebouwen en structuren, muurresten, ophogingslagen, vloeren, woningen
Materiaal: aardewerk, Doornikse kalksteen, mortel, steen

Beschrijving:
Vrij kort na de landname verschenen ook de eerste woningen op deze plaats. Het dichtst bij de Schelde bevond zich de eerste structuur, perceel 533 op het primitief kadasterplan. Van de oorspronkelijke woning restten alleen nog verschillende lemen vloeren en ophogingen, te dateren tussen 1450 en 1600. Aan de binnenzijde was de muur voorzien van pleisterwerk. Het aardewerk uit de insteek dateert uit dezelfde periode als de vondsten uit de verschillende lemen vloeren. Een nauwkeurige datering voor de bouw van de stenen woning is niet mogelijk.
Op het aanpalende perceel werd een woning aangebouwd. Deze structuur vertoonde eenzelfde evolutie als het huis op perceel 533. Aanvankelijk betrof het een woning in vakwerk waarvan enkel nog lemen vloeren en een loopvlak bewaard zijn. De insteek bevat ook hier hetzelfde aardewerk als de oudere lagen. Opnieuw is een datering van de structuur op basis van de vondsten niet mogelijk
De derde woning, waarvan slechts een klein muurfragment zich in de onderzoekszone bevond, werd pas opgericht nadat een deel van de oorspronkelijke straat was opgegeven. De insteek doorsneed de opmaaklaag van deze weg.
Een datering nauwkeuriger dan na 1500 voor de bouw was dan ook niet mogelijk. Deze woning is opgedeeld in twee delen door een muur. Een loopvlak en een zandig ophogingspakket zijn eveneens met dit huis in verband te brengen. Op basis van het aardewerk in het uitbraakspoor van een deel van de voorgevel is het einde van dit gebouw na 1750 te situeren. Vermoedelijk kende dit gebouw geen voorloper in vakwerk.


Relaties

  • Is deel van
    Historische stadskern van Oudenaarde

  • Is deel van
    Stadskern Oudenaarde

  • Is gerelateerd aan
    Tweemolen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Broodstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984278 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.