Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van proefsleuven zijn antropogene sporen aangetroffen die te relateren zijn aan de interne indeling of afwatering van percelen in de vorm van greppels, alsook een viertal losse paalkuilen die niet te linken zijn aan een structuur. Er werden 10 spoornummers uitgedeeld. De aangetroffen sporen liggen verspreid over het noordelijke deel van het terrein. De noordoostelijke kant van het plangebied bleek ernstig verstoord, evenals de noordwestelijke kant. De aanwezige sporen zijn, op basis van één aangetroffen scherf, waarschijnlijk in de middeleeuwen te dateren. Door enkele coupes werd aangetoond dat het gros van de aanwezige sporen een slechte bewaring kenden.