Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem zijn antropogene sporen aangetroffen die terug te brengen zijn tot de afwatering van de percelen en meer recente afbraak- en landbouwactiviteiten binnen het projectgebied. In totaal werden negen spoornummers uitgedeeld aan vijf verschillende categorieën (paalkuil, kuil, greppel, tuinbed en verstoring).
Het restant van de oudste menselijke activiteiten binnen het plangebied, betreft één geïsoleerde kuil. Deze wordt, op basis van het vondstmateriaal (3 wandfragmenten handgevormd aardewerk), gedateerd in de metaaltijden. De twee aangesneden greppels vallen voorzichtig te dateren ten vroegste in de middeleeuwen en dit eveneens op basis van het weinige vondstmateriaal (1 wandfragment witbakkend Maaslands aardewerk). De overige aangetroffen en geregistreerde sporen zijn terug te brengen tot de activiteiten (tuinbedden en uitbraaksporen) rondom de voormalige bebouwing (18de, 19de en 20ste eeuw) langsheen de Servaas Daemsstraat en het meer recente landgebruik (20stee eeuw) binnen het plangebied, namelijk wei- en/of akkerland (weidepaaltjes).
Auteurs: Nuyts, Timothy
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Sporen omvatten enkele geïsoleerde paalkuilen van recente datum, een geïsoleerde kuil mogelijks uit de metaaltijden, de onderkant van enkele moestuinbedden te linken aan de historische bebouwing langs de Servaas Daemsstraat, en vermoedelijk (post)middeleeuwse ontwateringsgreppels.