Ondanks hoge verwachtingen leverde het proefsleuvenonderzoek ter hoogte van de onderzoekszone fase 2 werden – afgezien van een kleine plattegrond die beschouwd wordt als off-site fenomeen – geen archeologisch relevante sporen op. Noch werden er vondsten gedaan die de aanwezigheid van een archeologische vindplaats suggereren. Het archeologisch leesbaar niveau werd aangelegd in de top van het laat-pleistocene dekzand, op een diepte tussen 20 à 40 cm-mv. De bioturbatie en aanwezige boomwortels hebben de top van dit pleistocene dekzand redelijk verstoord. In dit geval kan het een reden zijn voor de afwezigheid van archeologische sporen, anderzijds kunnen ze ook gewoon afwezig zijn.
Auteurs: Galle, Marit; Verrijckt, Jeroen; Jennes, Niels
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Spoornummer 1 werd gegeven aan een ploegspoor dat ze zien werd in werkput 4 en 5. In werkput 4 werd hier een uitbreiding op gegraven om eventuele huisplattegronden met standgreppels uit te sluiten of net aan te treffen. Gezien de lengte van minstens 25 m en de afwezigheid van enige paalsporen rondom het spoor sluit een huisplattegrond uit. Het spoor werd gedetermineerd als een ploegspoor of greppeltje. In coupe was een komvormig, lichtgrijs spoor zichtbaar met een maximale diepte van slechts 6 cm.