Tijdens een proefsleuvenonderzoek werden twee archeologische sporen vastgesteld binnen het plangebied. Het gaat om een gracht en om een restant van een fundering. De gracht kent een noordoost-zuidwest oriëntatie en is ca. 1,5 à 2,0m breed. Er werd geen vondstmateriaal aangetroffen ter hoogte van het spoor, maar de vulling en relatief scherpe aflijning laten vermoeden dat het spoor een beperkte ouderdom kent. De fundering bestaat uit een noordwest-zuidoost georiënteerd muurwerksegment, waarop haaks een tweede segment aansluit. Het muurwerk is opgebouwd uit roodkleurige baksteen en gemetseld door middel van gelige kalkmortel. De muurresten kunnen geïnterpreteerd worden als de funderingen van één van de gebouwen die vanaf de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) worden afgebeeld binnen het plangebied en gesloopt werden in de loop van de 20ste eeuw.
Verder werden over het gehele plangebied verstoorde en vergraven zones geattesteerd. Een ervan komt overeen met een 19de-eeuwse perceelsgracht die wordt afgebeeld op de Atlas der Buurtwegen. De gracht bevindt zich ter hoogte van de huidige perceelsgrens en werd als recente verstoring beschouwd daar ze werd opgevuld met recente puinhoudende pakketten. De verstoringen zijn vermoedelijk grotendeels te wijden aan de 20ste-eeuwse serregebouwen en de sloop ervan in het begin van de 21ste eeuw.
Auteurs: Acke, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Een greppel die op basis van de scherpe aflijning als relatief recent kan worden beschouwd, en de restanten van bakstenen funderingsmuren te linken aan bebouwing uit ten vroegste de 19de eeuw. Verder enkele verstoorde zones die overeenkomen met een 19de-eeuwse perceelsgracht en de afbraaksporen van 20ste-eeuwse serres.