is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 16715
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden twee spoornummers uitgedeeld. Het betreft enerzijds een kuil en anderzijds een greppel. Beide sporen bevinden zich daarmee eerder aan de perceelsgrens van het plangebied. Verder werden er verscheidene recente bodemverstoringen aangetroffen alsook twee natuurlijke sporen in de vorm van een boomval en één spoor van bioturbatie.
Naast archeologische sporen werden er eveneens verscheidene (recente) bodemverstoringen aangetroffen. Deze concentreerden zich voornamelijk binnen het noordoostelijke deel van het plangebied en het noordwestelijke deel van het plangebied.
Auteurs: Van Eyck, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Op ca. 27m ten noordoosten van de kuil werd er een greppel herkend. De greppel heeft een zuidoost – noordwest oriëntatie. Echter werd geen echte bocht of einde van de greppel aangetroffen. De greppel werd eveneens gekenmerkt door haar vulling. Binnen deze vulling kwamen eveneens verscheidene houtskoolpartikels voor. Deze vulling is gelijkaardig aan die van de kuil. De diepte van de greppel bedraagt ca. 20cm. Mogelijks fungeert de greppel als afbakening van een perceel of weiland, al kon dit op basis van de beschikbare historische kaarten niet achterhaald worden.
Beschrijving:
Dit spoor wordt gekenmerkt door haar komvormige vorm met een vulling waarbinnen verscheidene houtskoolpartikels voorkomen. Het spoor kent een diepte van ca. 20cm.