Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn 56 sporen aangetroffen in het plangebied. Het gaat om een sporensite uit de metaaltijden en Romeinse tijd en om een erf uit de Nieuwste Tijd. Verder werden er nog, natuurlijke verkleuringen en recente verstoringen aangetroffen binnen het plangebied.
Er zijn in totaal 8 vondstennummers uitgedeeld. Het betreft vijftien scherven aardewerk, drie scherven glas en twee fragmenten bouwmateriaal. De meerderheid is gedraaid Middeleeuws-Nieuwe Tijd aardewerk. In een houtskoolmeiler vonden ze ook handgevormd aardewerk dat IJzertijd-Romeinse tijd dateert.
Beschrijving: In het kijkvenster van werkput 2 zijn een aantal paalkuilen te zien die waarschijnlijk van een huisplattegrond zijn. Verder werden er een aantal greppels aangetroffen die erfgreppels kunnen zijn. De rest van de sporen betreffen voornamelijk kuilen waarvan de context nog niet geheel duidelijk is. Waarschijnlijk hebben deze te maken met activiteiten van het erf. In de dieper aangelegde sporen vonden ze een paalkuil en een kuil (S55 en S56). De kuil (S55) is mogelijk te interpreteren als een houtskoolmeiler. Het aardewerk is handgevormd en dateert waarschijnlijk uit de IJzertijd- Romeinse Tijd. Het is opvallend dat de sporen pas op een lager niveau zichtbaar werden. Het lijkt erop dat het bovenste gedeelte van de natuurlijke bodem door bioturbatie verstoord is geraakt. Verder werden er een aantal greppels aangetroffen die erfgreppels kunnen zijn. De rest van de sporen betreffen voornamelijk kuilen waarvan de context nog niet geheel duidelijk is. Waarschijnlijk hebben deze te maken met activiteiten van het erf. In greppel (spoor 31) vonden ze verschillende randen van teilen of grote kommen. Die waren steeds geglazuurd met loodgalzuur en dateren in de Late-Middeleeuwen-Nieuwe tijd.