omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 10582
Deze aanduiding is geldig sinds
omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 10583
Deze aanduiding is geldig sinds
Dit vooronderzoek kende een landschappelijk bodemonderzoek en proefsleuvenonderzoek. Het landschappelijk bodemonderzoek bestond uit 67 boringen, dit onderzoek wees op een verhoogde kans en nood aan verder onderzoek maar kende zelf geen noemenswaardige vondsten. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 13 relevante archeologische sporen aangetroffen. Het betreft kuilen (2), greppels (9) en 19e of 20e eeuwse wegbeddingen (2).
Auteurs: Lambrecht, Matthias
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
De kuilen (S1 & S9) kunnen geïnterpreteerd worden als een haardkuil uit het finaal neolithicum (S1) en een vermoedelijke ontginningskuil (S9). 14C dateert het spoor (S1) tussen 2625 v.Chr. en 2205 v.Chr. ofwel het finaal-neolithicum. Anthrocologisch onderzoek toont aan dat er ten minste twee houtsoorten verzameld werden als brandstof: els en taxus.
Beschrijving:
De kuilen (S7 & S54) kunnen geïnterpreteerd worden als een houtskoolmeilers. 14C dateert S7 in de midden- tot laat Romeinse tijd (130-326 n.Chr.) en S54 in de late ijzertijd tot vroeg Romeinse tijd (108v.Chr – 69n.Chr.). Anthrocologisch onderzoek toont aan dat S54 uitsluitend bestaat uit eik en S7 bestaat voor 80% uit eik aangevuld met fragmenten van andere soorten. Er wordt verondersteld dat deze andere soorten incidenteel in de meiler zijn gekomen óf dat ze een onderdeel uitmaakten van de afdekking van de meiler.
Beschrijving:
Binnen het projectgebied komen 2 concentraties aan archeologisch sporen voor die vermoedelijk middeleeuws zijn. In het uiterste zuidwesten van het terrein betreft dit een Romeinse of middeleeuwse gebouwplattegrond die omgeven is door een vermoedelijke afbakeningsgreppel. Het weinige aangetroffen aardewerk uit de greppel en een paalkuil (S41) dateert deze in de volle middeleeuwen. Een tweede concentratie komt voor in het uiterste zuidoosten van het projectgebied. Hier werd een complex van grachten & greppels aangetroffen te dateren in de volle middeleeuwen. Op basis van de dichtheid aan greppels en de hoeveelheid aangetroffen aardewerk kan deze concentratie beschouwd worden als de rand van een bewoningareaal. De bewoningssporen zelf liggen vermoedelijk net buiten het projectgebied.
Beschrijving:
In de noordoostelijke hoek van het projectgebied werden 2 parallelle sporen (S7 & S8) aangetroffen. Beide sporen zijn identiek aan elkaar. Vermoedelijk kunnen deze sporen geïdentificeerd worden als vertakkingssporen behorende tot nevenliggende spoorweg. Deze zijn dan te dateren in de 2e helft 19e eeuw / 1e helft 20e eeuw. In deze sporen werden ook een bout en een stalen kabel gevonden.
Beschrijving:
In het uiterste westen van sleuf 4 werd een kijkvenster aangelegd rond S7 (houtskoolmeiler). Hierbij kwam een gebouwplattegrond met NO-ZW oriëntatie aan het licht. Dit gebouw bestaat vermoedelijk uit 6 paalkuilen. Het betreft een éénschepig gebouw met kruisvormig verspreide krachtenverdeling en 3 traveeën. De datering van dit gebouw is echter niet duidelijk en kan Romeins of middeleeuws zijn. Typologisch wordt het gedateerd in de Romeinse tijd, en de nabije meiler (S7) dateert uit de midden- tot laat-Romeinse tijd. Maar in 1 van de paalkuilen (S41) werd geglazuurd aardewerk gevonden dat pas voorkomt vanaf de 13de eeuw, en aardewerk uit de vermoedelijke afbakeningsgracht (S10) wordt gedateerd in de 12de-13de eeuw. Er kan dusniet met zekerheid gezegd worden of de gebouwplattegrond nu Romeins of eerder middeleeuws is.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tielt Zuid [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984419 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.