In het kader van een archeologienotatraject werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in de vorm van een landschappelijk bodemonderzoek en een proefsleuvenonderzoek. Hierbij werd vastgesteld dat het projectterrein in grote mate verstoord is en bedekt is met een puinige ophogingslaag. Onder de ophogingspakketten werden enkele kuilen vastgesteld. De kuilen waren opgevuld met baksteengruis en brokken baksteen. Mogelijks kunnen deze kuilen als winningskuilen geïnterpreteerd worden. Op de site Veurne Proostdijkstraat werden ook dergelijke kuilen vastgesteld. De conclusie was dat de extractiekuilen ten behoeve van zandwinning werden uitgegraven. Mogelijks is dit op het plangebied Veurne Zuidburgweg ook het geval. Alle kuilen waren hier ook relatief diep in de zandige afzetting uitgegraven. Er werden geen andere structuren in de sleuven aangetroffen die wijzen op baksteenproductie binnen het plangebied. Ook eventuele resten van de hoeve die op postmiddeleeuwse kaarten op het terrein wordt weergegeven, werden niet gevonden. Waarschijnlijk bevinden zich tussen de puinige resten in de ophogingspakketten afgebroken restanten van deze hoeve.
Auteurs: Geussens, Liesbeth; Bot, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Enkele puinkuilen die mogelijk eerst dienstdeden als kuilen voor de ontginning van zand.