is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 12487
Deze aanduiding is geldig sinds
Het proefsleuvenonderzoek is naar aanleiding van de inrichting van een park ter hoogte van de Spoelestraat. In totaal werden 28 archeologisch relevante sporen aangetroffen. Deze konden vrijwel alle toegewezen worden aan twee categorieën, namelijk greppels en kuilen. Aan het gros van de paalkuilen kan een fijnere determinatie als paal- en/of uitbraakkuil toegeschreven worden, één spoor betrof een houtskoolmeiler.
Het proefsleuvenonderzoek bracht maar een zeer lage densiteit aan archeologisch relevante sporen aan het licht, met als voornaamste het aantreffen van een houtskoolbranderskuil. Als zijnde een typisch off-site fenomeen, duidt de aanwezigheid ervan op een eerder ruraal en dicht bebost landschap waar ambachtelijke activiteiten als houtskoolproductie plaatsvonden. Op basis van doorgedreven onderzoek naar analoge meilers geldt de late middeleeuwen als terminus ante quem. Een aanzienlijk deel van het overig sporenbestand bestond uit greppelsegmenten waarbij één ervan mogelijk in verband staat met een parallel en nabijgelegen, lineaire palenrij die allicht niet ver in de tijd teruggaat. De greppels met afwijkende oriëntatie en de talrijke ploeg- en spitsporen sterken het langdurig agrarisch gebruik van het projectgebied.
Tijdens het veldwerk werd slechts één artefact manueel ingezameld. De vondst in kwestie werd aangetroffen tijdens het opschaven van het vlak en kon niet worden toegewezen aan een archeologisch relevant spoor. Omwille daarvan werd het artefact geregistreerd als losse vondst.
Auteurs: Van Neste, Thierry
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: IOED Erfpunt