Beschrijving

Auteurs: De Jaeger, Chantal
Datum: 19-12-2022
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV

Zeefresidu's

Materiaal: grijs aardewerk, ijzer, kalksteen, rood aardewerk, steenkool, vuursteen, zandsteen
Gebeurtenis:

• Verkennend archeologisch booronderzoek Kruisabelestraat
  • verkennend archeologisch booronderzoek: 29-03-2022
  • Bron: DE JAEGER C. et al. 2022: Archeologisch vooronderzoek ter hoogte van de Kruisabelestraat te Heuvelland (Prov. WestVlaanderen). ABO archeologische rapporten 1918. Gent.
    Nota (archeologieportaal) (2022)

Beschrijving:
Alle 38 stalen, waarvan 12 uit de B-horizont, 7 uit de Ap-horizont en 19 uit de top van het moedermateriaal (C-horizont), werden gezeefd.
Er zijn geen lege zeefresidu’s, doch de inhoud (hoeveelheid en samenstelling) is over het algemeen beperkt. De zeefresidu’s vertonen een weinig gevarieerde samenstelling aan natuurlijke inclusies. Er zijn bovendien weinig verschillen vastgesteld tussen de verschillende ingezamelde niveaus (basis Ap-, B-, en top C-horizont). In iets meer dan de helft van de zeefresidu’s werd, en dit in elk ingezameld niveau een (zeer) zwakke natuurlijke grindfractie aangetroffen. Het gaat lithologisch gezien doorgaans om (ijzer)zandsteen-, kalk- mergel- en silexbrokjes met een afmeting tot 20mm. Enkel bij boring 1 (basis Ap-horizont) en boring 3 (B-horizont) werd verhoudingsgewijs een matige hoeveelheid grind aangetroffen. Daar deze boringen zijn uitgevoerd nabij de bestaande gracht is de kans reëel dat dit grind afkomstig is uit de grachtzone. Uitzonderlijk komen iets grotere keien voor (boring 1), wellicht afkomstig uit de grachtzone. In 44 stalen werden natuurlijke Fe-concreties in het zeefresidu aangetroffen. In alle zeefresidu’s werden Fe-concreties aangetroffen. Deze bleken het sterkst aanwezig in stalen uit de top van het moedermateriaal (C-horizont) doch komen voor in alle ingezamelde niveaus.
Wat betreft de antropogene inclusies komen in de meeste zeefresidu’s slechts een zeer kleine fractie steenkoolgruis (vermoedelijk kachelovenafval) (17 stalen), leisteenfragmentjes (5 stalen) en baksteenrestjes (22 stalen) voor, verspreid over de verschillende niveaus, doch slechts in uiterst kleine hoeveelheden in de C-horizont. Deze intrusieve inclusies afkomstig van bemesting en met doorgaans zeer kleine afmeting zijn wellicht via bioturbatie vanuit de bouwvoor tot in diepere bodemhorizonten gemigreerd. Aardewerk is ontbrekend in de stalen, op vier zeefresidu’s na: zo werden enkele scherfjes roodbakkend, lichtbruin geglazuurd postmiddeleeuws aardewerk aangetroffen bij boring 8 en boring 11, waaronder één randfragment van 5cm. Bij boring 14 (Ap-horizont) werd naast twee kleine brokjes grijsbakkend, mogelijk ouder aardewerk ook een relatief grote brok sterk gecorrodeerd ijzer/metaal (6cm) gevonden waarvan de oorsprong niet duidelijk is. Zo werd ook bij boring 12 (B-horizont) metaalhoudende nodules van ongeveer 2 cm aangetroffen die mogelijk sterk gecorrodeerde kogels zijn. Proefsleuvenonderzoek kan hier meer duidelijkheid in brengen. Wat betreft steentijdindicatoren werden alle verkennende archeologische boringen echter negatief bevonden.