Het onderzoek is naar aanleiding van een geplande werken aan de Lucien Hendrickxlei.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden de gegevens van het booronderzoek bevestigd. Ook de profielen leverden een eerder verstoorde bodemopbouw op en in de sleuven was het archeologisch vlak op meerdere plaatsen verstoord. Verspreid over alle sleuven kwamen verstoringen voor, die echter in oppervlakte en densiteit toenamen ter hoogte van de voormalige bebouwde zones. Hierdoor ontstaat er een zeer versnipperd beeld van de weinige sporen. Tijdens het onderzoek werden er 9 bodemsporen aangetroffen. Het betreft 4 paalkuilen, 2 kuilen, 1 grote kuil/laag, een gracht- en een greppelsegment.
Enkele paalsporen zijn op basis van hun gelijkaardig uitzicht waarschijnlijk gelijktijdig. Geen enkel spoor leverde echter vondsten op, waardoor ze moeilijk te dateren zijn. Bij de aanleg van de sleuven werd een kleine hoeveelheid vondsten ingezameld, bestaande uit aardewerk, bouwceramiek en een fragment van een kleipijpje. De vondsten worden in de late nieuwe-nieuwste tijd gedateerd.